Een landbouwbedrijf waar drie generaties het werk verdelen, het is bijna een curiositeit geworden. Een mooi voorbeeld hiervan is De Zwaluw in Lovendegem. Maar ook op andere vlakken vervult de boerderij een voorbeeldfunctie: innovatie en een langetermijnvisie gaan er hand in hand met een faire en ecologische werkwijze. Een gedroomde partner dus voor de groothandel in biovoeding Biosano, die onder het label Biodia faire melk en chocolademelk produceert.
Op je eenentwintigste aan het hoofd staan van een groot landbouwbedrijf, het is maar weinigen gegeven. Toch is Nils Mouton erg nuchter over zijn carrièresprong. “In 2010 heb ik de boerderij van mijn vader overgenomen. Ik ben al de vierde generatie op rij die dat doet. Momenteel werken zowel mijn grootmoeder, mijn beide ouders, mijn vriendin en ik samen om het werk gedaan te krijgen. Het lijkt wel alsof er binnen de familie een soort coöperatie is. Zonder hen zou ik het niet kunnen bolwerken. ”
Tot 1998 was De Zwaluw een ‘gangbaar’ landbouwbedrijf, maar door een samenloop van omstandigheden is er beslist over te stappen op biologische producten. “Een van de redenen is dat er toen varkenspest was vastgesteld op een boerderij uit de buurt, waardoor ook onze varkens vernietigd moesten worden. Mijn vader is toen heel bewust gaan nadenken over onze werkwijze. Hij staat heel erg open voor innovatie en hij is ervan overtuigd dat je je werkwijze moet aanpassen als die niet meer rendabel of werkbaar is. Hoewel we nadien ook als biologische boerderij niet zouden kunnen ontsnappen aan eventuele opruimingen, heeft hij toch de stap gezet.”
De Zwaluw is een van de 24 leden van de Coöperatie BioMelk Vlaanderen. Jaarlijks haalt die van haar leden ongeveer 6 miljoen liter melk op die ze in samenspraak met alle boeren verwerkt en vervoert. Samen ijveren ze voor een eerlijke melkprijs door het product deels samen te verhandelen. Heel veel boeren combineren dit met thuisverwerking, omdat ze op die manier hun melk het beste kunnen valoriseren en rechtstreeks contact hebben met de consument.
Een van hun partners en vaste afnemers is Biodia, een project van Biosano. Mieke Lateir, verantwoordelijke bij Biosano, doet het verhaal achter deze groothandel in biologische voeding uit de doeken. “Het idee achter Biodia is deels gegroeid uit samenwerkingen die zaakvoerder Lode Speleers had met Italiaanse boeren. Hij doet al een tijd zaken met een coöperatie van een honderdtal pastaproducenten. Die bepalen hun prijs op basis van de productiekosten die ze hebben en de hoeveelheid graan die ze oogsten, ongeacht de wereldmarktprijs. In de prijs zitten ook risicomarges vervat die de leden van de Coöperatie beschermen tegen bijvoorbeeld misoogsten door weersomstandigheden.”
Prijsberekeningsmodel
Stilaan kreeg men het idee om iets gelijkaardigs te doen in België. Op dat moment werkte Lateir voor Vredeseilanden. “Naar het voorbeeld van de pastaboeren hebben we Biodia opgericht. Vredeseilanden heeft vervolgens een lastenboek ontwikkeld waarin het hele prijsverhaal gedetailleerd aan bod komt. Biodia wil een eerlijke prijs betalen aan de melkleveranciers in de hoop dat andere afnemers deze werkwijze overnemen. De prijs wordt bepaald aan de hand van het kostprijsmodel van expert Wim Govaert en wordt jaarlijks opnieuw berekend. In 2011 bedroeg die 44,52 eurocent per liter melk. Dit jaar stijgt die tot 45,10 eurocent per liter. Aanleiding hiervoor zijn heel concrete kosten zoals een prijsstijging van het stro. We baseren ons niet alleen op het model, ook de boeren zelf worden erbij betrokken en hebben inspraak.”
Mouton is een overtuigd voorstander van het prijsberekeningsmodel en op die manier ook van eerlijke handel. “Het unieke aan dit concept is dat met alle schakels in de keten rekening wordt gehouden. Als de ene problemen ondervindt door onvoorziene omstandigheden moeten de anderen daar respect voor hebben. Op die manier klopt het financiële plaatje voor elk bedrijf en kan ieder zijn visie en bedrijfsvoering voortzetten. Niemand werkt voor niets, wordt uitgebuit of ondermijnd. Daarom weigeren we samen te werken met boeren die te grote marges zouden hanteren. De marktprijs is eerlijk omdat hij berekend is op de productiekosten die elk lid van de Coöperatie maakt om melk te produceren en niet op procentuele marges.” Lateir vult aan: “Ook Biosano krijgt in dit verhaal een eerlijke prijs voor de verwerkte melk. Opnieuw draait het om de productiekosten en wordt er onder meer rekening gehouden met transport- en marketingkosten, wat veel eerlijker is dan te werken met procentuele marges.”
Kiezen voor duurzaamheid
Duurzaamheid gaat over meer dan alleen eerlijke handel en daarom zijn in het lastenboek van Biodia ook heel wat duurzaamheidcriteria opgenomen. “Zo wordt onder meer het gebruik van lokale eiwitten bevorderd en komen ook het verminderen van antibioticagebruik en het stimuleren van biodiversiteit aan bod vanaf 2015”, legt Lateir uit. Mouton concretiseert: “Naast zelfoogst voor onze groenten en biologische manier van vee telen, passen we in samenwerking met het Agentschap Natuur en Bos en de stad Gent ook natuurbegrazing toe. Dit houdt in dat we onze dieren, in dit geval schapen, gecreëerde of reeds bestaande natuurgebieden laten begrazen zoals de bermen langs de Coupure en de Watersportbaan in Gent. Het is een win-winsituatie want de natuur wordt onderhouden en tegelijkertijd verdienen we er iets aan. Bovendien is het een fijn gezicht voor voorbijgangers. Dankzij natuurbegrazing kan ik nu wel 300 schapen houden want deze werkwijze brengt geen kosten mee voor omheining, erfpacht of dergelijke. Schapen laten grazen op landbouwgrond brengt immers niets op.”
Elke keuze voor duurzaamheid heeft ook een economische consequentie, benadrukt Lateir. Het grootste verschil met ‘gangbare’ bedrijven is volgens haar de langetermijnvisie waaraan fairtradebedrijven vasthouden . Mouton vertelt: “In 2012 waren de melkprijzen laag en die van het krachtvoer erg hoog. Toen hebben we beslist om de koeien voornamelijk gras en gedroogde klaver (ruwvoer) te geven, aangevuld met een minimum aan krachtvoer. De melkproductie was veel lager, maar wel veel goedkoper. Bovendien waren de koeien veel vruchtbaarder waardoor het minder moeite kost om ze te insemineren. Daarnaast raakten ze minder snel uitgeput en hadden ze minder pootproblemen. Voor ons is deze werkwijze winstgevend op lange termijn, want de dieren zullen langer leven, we moeten er minder manuren in steken en we kunnen die uren investeren in onze andere bedrijfstakken. Dankzij die spreiding van inkomsten komen we ook nooit echt in de problemen wanneer het in één bepaalde tak minder goed gaat. Naast de productie van melk, waarvan we een deel hier verwerken en een deel wordt afgenomen door de Coöperatie, telen we groenten en houden we schapen en varkens. Een bioboer met wie we een samenwerking hadden, bood ons eens een veel te lage prijs voor onze groenten. In plaats van ze onder de prijs te verkopen, hebben we beslist ze aan de dieren te voederen. Wij kiezen liever voor de duurzame oplossing. Een bedrijf kan maar succesvol overgaan van generatie op generatie als er op een duurzame manier wordt gewerkt. Als De Zwaluw op deze manier blijft standhouden, zullen ook mijn kinderen het bedrijf met een gerust gevoel kunnen overnemen en verder zetten.”