IAI (Indiaans-Amerikaanse Identiteit) werd opgericht door Danielle Meunier en biedt reizen naar vier Andeslanden. Reizen is echter niet het hoofddoel: de vereniging omschrijft zich eerst en vooral als een ‘steungroep voor milieu en cultuur’.
Danielle Meunier trok voor het eerst naar Peru in 1978. Elf jaar later richtte ze IAI op, samen met leden van het Mapuche-comité. De oorspronkelijke groep wou het Chileense Mapuche-volk steunen om de landroof aan de kaak te stellen. Of nog, om campagne te voeren tegen de illegale oliewinning op de gronden van het Quichua-volk van Pastaza in Ecuador.
Tijdens een derde reis, rond 1996, ontmoette ze geëngageerde artiesten uit Huancayo, een stad in het centrum van het land. Zij hadden een project om de voorouderlijke kennis te bewaren en zo de inheemse cultuur op te waarderen: schilderkunst, minerale pigmenten, traditioneel bouwen, enz.
Tot dan toe was er geen sprake van toerisme. “Nee. De vereniging zette zich in voor de inheemse volkeren via klassieke sensibiliseringsactiviteiten: petities, concerten, fondsenwerving, conferenties, enz. De eerste reis onder de noemer gemeenschapstoerisme werd pas in 2002 georganiseerd, 14 jaar na de oprichting”, zegt Anne André, lid van de raad van bestuur. Zij is net terug van een reis naar Peru met Danielle Meunier (die daar gebleven is).
“Ook nu nog vormen de reizen slechts een kwart van de activiteiten van de vereniging. De rest is sensibilisering hier in België met natuurkampen voor kinderen, manden vlechten, Spaanse lessen, concerten voor het goede doel … De reizen brengen trouwens praktisch niets op voor IAI. Onze fondsen komen hoofdzakelijk van subsidies, natuurstages, verkopen op kerstmarkten, maaltijden, concerten, enz.”, zegt Noélise Delille, communicatieverantwoordelijke bij IAI.
Meer dan verantwoord reizen
Van al die opbrengsten moeten de vzw en haar vaste werknemers leven. IAI ondersteunt projecten gefinancierd door de stad Luik of door andere bronnen van fondsen. De reizen genereren winst die dan weer bijdraagt aan de ontwikkeling van onze toeristische partners. De projecten uitgekozen door de bezochte gemeenschappen draaien rond gezond leven, opwaardering van voedingswaren uit de Andes, een tentoonstelling van geneeskrachtige planten in het Quechua, studiebeurzen voor jongeren uit de Andes, voor wie de vereniging ook sponsors zoekt. “Wij gaan verder dan louter eerlijk en solidair toerisme”, verduidelijkt Anne André.
IAI biedt vooral kleinere groepsreizen (8 tot 12 personen) in vier landen: Peru, Ecuador, Chili en Argentinië. Maar er zijn uitzonderingen. Het programma wordt opgesteld in samenspraak met de gegadigden en de reizen zijn zeer verscheiden. Zo heeft IAI bijvoorbeeld een reis georganiseerd voor een vereniging van personen met een handicap. De groep bestond uit 16 reizigers: 6 personen met een handicap en 10 helpers. “Wij zijn een kleine vereniging en kunnen ons makkelijk aanpassen. Wij bieden ook lessen Spaans voor kandidaat-reizigers en infovergaderingen over de inheemse bevolking,” voegt Noélise Delille eraan toe.
“Onze eigenheid is dat we je in contact brengen met de plaatselijke gemeenschappen”, vertelt Anne André op haar beurt. “Zo bijvoorbeeld gaan we in Lima logeren bij Mano a Mano. Dat is een vereniging die een groep vrouwen opleidt om in de bouw te werken in de krottenwijk van Ensenada. Daar bouwen ze steunmuren, voetbalvelden, parken, enz. Wij bezoeken de school, de kinderopvang, de refter, de gemeenschappelijke keuken e.d.”
Ecologisch verantwoord gemeenschapstoerisme
“We trekken veel rond. We bezoeken plekken die ver uiteen liggen en we nemen altijd het lokale vervoer: colectivos (gedeelde taxi’s) of de autobus. Als het niet anders kan, huren we een minibus. Het is de bedoeling samen met de lokale mensen te reizen en de prijzen te drukken. Er is steeds een begeleider van de vereniging bij de groep, gewoonlijk is dat Danielle. Als je met Danielle vertrekt – die trouwens vrijwilligster is – weet je dat je veilig bent want zij kent het land door en door en heeft een prima intuïtie.”
Anne et Noélise omschrijven het toerisme van IAI als ecologisch gemeenschapstoerisme. ‘Ecologisch’ omdat Danielle natuurgids is en de reizigers de lokale natuurpracht laat ontdekken. ‘Gemeenschapstoerisme’ omdat het de bedoeling is uit te wisselen en autochtonen te ontmoeten die voorouderlijke kennis bezitten. Gemeenschapstoerisme is een strategie gekozen door een gemeenschap om inkomsten te genereren zodat de jongeren niet wegtrekken naar de stad en zodat de identiteit en cultuur intact blijven. In Peru is dit soort toerisme acht jaar geleden opgekomen. “Wij vermijden het woord ‘toerisme’. Wij werken namelijk niet met toeristen maar met bezoekers. We kunnen het evengoed inwijding in inheemse waarden noemen”, lacht Anne.
Anne, die net terug is van een reis naar Peru waarbij ze Danielle Meunier vergezelde, heeft heel wat anekdotes te vertellen: “Zo hebben we veel gepraat met de groep van de levende Jonge Inca’s uit de streek Patacancha. Zij willen de Inca-cultuur, de geneeskunde uit de Andes, de weeftradities, enz. bewaren en hun dorp tot ontwikkeling brengen. Wij zijn natuurlijk al naar Machu Picchu geweest, maar zij hebben dat nog nooit gezien. De oude dorpelingen kennen Machu Picchu dan wel weer, want zij waren dragers op de Inca-weg. Maar de jongeren dus niet en de vrouwen nog minder.” Dankzij de opbrengst van de reis konden een twintigtal jongeren trouwens op reis naar Machu Picchu, het vierde nieuwe wereldwonder (lijst opgesteld in 2007) en kon de vereniging versterkt worden.
De gemeenschappen hebben de touwtjes in handen
De reizigers van IAI logeren zo veel mogelijk in de gemeenschappen, bij een ngo als Mano a Mano of bij vrienden. “Wij overnachten alleen in een hotel of pensionnetje als het niet anders kan. Op onze bestemmingen worden wij door de gemeenschap, die zelf het tarief bepaalt, ondergebracht bij verschillende dorpsbewoners. Zij zijn dat gewend want ze werken ook met andere verenigingen of met lokale of buitenlandse agentschappen. De comfortstandaard is die van de gemeenschap zelf. Zo zijn de sanitaire voorzieningen proper maar heel eenvoudig. Dat is een keuze: wij dringen onze eigen comfortcriteria niet op aan de plaatselijke gemeenschap. Wij laten hen vrij, in partnerschap met ons natuurlijk.”
Waarom altijd gemeenschappen? “Een gemeenschap is een manier om rijkdom en goederen te verdelen. Zo is bijvoorbeeld de werkorganisatie collectief, zowel op het veld, als in de bouw, als voor herstellingswerken bij natuurrampen. Zo vermijd je conflicten die ontstaan wanneer het ieder voor zich is. Daar kleven ze het principe ‘bien vivir’ aan, de traditionele manier van goed leven in harmonie met de anderen en met je leefomgeving.”
Het massatoerisme lijdt sinds 2008 onder de economische crisis maar daar heeft IAI geen last van. “Wij werken met kleine groepen die interesse laten blijken voor dergelijke reizen. Het is een nichemarkt. Dus heeft de economische crisis niet veel invloed op onze activiteiten, besluit Noélise. En Anne voegt daaraan toe: “Met de crisis is een zekere bewustwording ontstaan rond wat ‘eerlijk’ is en rond de verpaupering die overal tastbaar is. Er is dus echt interesse in ons werk. Er is zelfs sprake van een soort hype.”
Zouden de grote reisorganisatoren zich dan niet op de markt van het duurzaam toerisme storten? “Maar dat is al gebeurd, sommige reisorganisatoren verkopen pseudo-authenticiteit! “, roept Noélise uit. Vanuit Peru reageert Danielle Meunier in een mail dat het risico beperkt is als je met goed georganiseerde dorpen werkt: “Hoe meer bezoek er komt in de gemeenschappen, hoe beter het doel wordt bereikt. Toch zijn zij het die de spelregels bepalen. Als zij ineens beslissen dat we niet meer welkom zijn, moeten we op zoek naar andere locaties. Voorzichtigheid is dus geboden …