Ontmoeting met Marie-Paule Eskénazi, medeoprichtster van ‘Tourisme Autrement’. De organisatie is een vzw die eerst fungeerde als denktank en sensibiliseringsorgaan, daarna het gelijknamige salon organiseerde en nu het Greeters-netwerk, een internationale beweging van participatief toerisme, in goede banen leidt.
Marie-Paule Eskénazi, voormalig politiek journaliste voor de RTBF, ex-directeur van uitgeverij Labor en mensenrechtenactiviste die zich vooral inzet voor de Palestijnse zaak, is een ‘bekende Waal’. In 2005 gooide ze het roer weer om – maar blijft weliswaar trouw aan haar maatschappelijk engagement – en stichtte de vzw ‘Tourisme autrement‘.
Ik heb de vzw opgericht om na te denken over de evolutie van het toerisme. Zelf heb ik veel gereisd – in wel zestig landen – en daarbij heb ik het toerisme voor mijn ogen zien verloederen. Toerisme heeft vérstrekkende gevolgen. Het heeft een impact op de economie, de cultuur, de gebruiken, de politiek… Er wordt vaak gezegd dat toerisme een motor voor ontwikkeling is, maar dat gaat alleen op voor verantwoord en duurzaam toerisme. Anders verrijkt het alleen de buitenlandse investeerders en blijven het gastland en de lokale bevolking in de kou staan”, zegt Marie-Paule.
Tourisme autrement organiseert geen reizen. Met de slogan ‘van ontwikkeling van toerisme naar ontwikkelingstoerisme’ positioneert de vereniging zich meer als denktank en sensibiliseringsorgaan. “Doel van onze vzw is aansturen op een gedragsverandering op het vlak van toerisme en jongeren bewust maken. Verder willen we de professionals uit de reisindustrie confronteren met hun verantwoordelijkheden door de misbruiken aan de kaak te stellen”, aldus Marie-Paule.
Begin en einde van de salons ‘Tourisme autrement’
Marie-Paule was een voortrekker van eerlijk en solidair toerisme. De principes daarvan zijn eenvoudig: toerisme moet respect tonen voor de mens, zijn symbolische voorstellingen, zijn natuurlijke en sociale omgeving… Er moet ruimte zijn voor duurzaamheid en er moet tijd zijn om de ander te leren kennen.
Al snel kwamen we op het idee om een salon voor eerlijk en solidair toerisme te organiseren. Op die manier wilden we laten zien dat toerisme ook anders kan en wilden we de spelers van duurzaam toerisme in de kijker zetten.” Zo vond ‘Tourisme autrement‘ vijf maal plaats, met een honderdtal exposanten, animaties, conferenties, enz. Een zesde editie is er nooit gekomen omdat de kosten de pan uit rezen. “Het was een professioneel salon dat plaatsvond in Tour & Taxis… en daar hangt een stevig prijskaartje aan vast. De deelnemers, vaak boerenorganisaties, hadden daar het geld niet voor. Bovendien konden veel deelnemers niet aanwezig zijn omdat ze jammer genoeg geen visum kregen”, vervolgt Marie-Paule, die meer dan eens in eigen zak moest tasten om het budget in evenwicht te houden.
“Met ons klein budget kunnen we niet opboksen tegen de grote toeristische organisaties. Maar ze moeten inzien dat wij niet tegen hen, maar aan hun zijde strijden”, legt ze uit. “Welke formule hij ook kiest, de toerist kan zich altijd verantwoord gedragen.” Ook in grote hotelketens of clubs kun je je water- en elektriciteitsverbruik aan banden leggen, je afval scheiden, respect opbrengen voor de plaatselijke bevolking… Ze vindt het trouwens een goede zaak dat meer en meer hotels hun klanten willen sensibiliseren. “We moeten ons natuurlijk geen rad voor ogen draaien: die hotels hebben er zelf alle belang bij dat de klant minder water, elektriciteit, handdoeken en dergelijke gebruikt.“
Een stad zien door de ogen van de bewoners
‘Tourisme autrement’ nam ook deel aan talrijke sensibiliseringscampagnes zoals ‘Gun je souvenir een toekomst’, om de reiziger eraan te herinneren dat het verboden is of slecht is voor het milieu een aantal zaken als ivoor, bepaalde schelpen of schilden van schildpadden mee naar huis te nemen.
Toen ze de reissalons organiseerde, begon Marie-Paule Eskénazi zich te verdiepen in participatief toerisme. In 2010 start haar vereniging het eerste Belgische Greeters-netwerk op in Brussel. Als internationale vereniging bestaat Greeters sinds 1992 uit vrijwilligers die bereid zijn wat vrije tijd op te offeren om – met aanstekelijk enthousiasme – hun stad te tonen aan bezoekers.
Het principe is eenvoudig: je bent toerist en logeert enkele dagen in Brussel? Vul je gegevens in op www.greeters.be, geef aan wat je graag doet en wat je graag wilt bezoeken. ‘Tourisme autrement’ lanceert dan een oproep naar een vrijwilliger die qua interesses, taal, beschikbaarheid… aansluit bij jouw wensen. Hij of zij zal jou dan in je eigen taal begeleiden bij een ‘ontmoeting’ met de stad. Origineel en gezellig!
In Brussel staan al een honderdtal Greeters paraat om toeristen te verwelkomen. In totaal worden binnen het netwerk elf talen gesproken. Het Greeters-programma kreeg steun van heel wat instellingen. Er is zelfs een Brussels staatssecretaris Greeter geworden… Ook in Wallonië werd een Greeters-netwerk opgericht met een honderdtal vrijwilligers. En binnenkort is Vlaanderen aan de beurt. “Participatief toerisme ligt helemaal in de lijn van een nieuwe manier van consumeren, gebaseerd op ontmoetingen”, legt Marie-Paule uit.
Gedaan met onze zekerheden
‘Tourisme autrement’ heeft nu al zijn activiteiten toegespitst op participatief toerisme. De vereniging is ondergebracht in de lokalen van Visitbrussels, het promotiebureau voor toerisme van het Brusselse Gewest.
Dat belet de vzw natuurlijk niet om de sector voortdurend in vraag te stellen. Hoe ziet Marie-Paule Eskénazi trouwens de toekomst van eerlijk en solidair toerisme tegemoet? “Steeds meer mensen beseffen hoe mooi deze vorm van toerisme is. Dus er zit zeker beweging in, maar toch nog niet genoeg voor mij. Ik heb zin om tegen de mensen te zeggen: “Wees egoïstisch, denk aan jezelf en word een verantwoordelijk toerist. Je contacten zullen er alleen maar beter op worden en je reis zal stukken boeiender zijn.”
Ze wil de nadruk leggen op wat er al bestaat in dit opzicht. Ook labels kunnen het verantwoord toerisme geloofwaardiger maken: “Een keurmerk zoals de Groene Sleutel voor milieuvriendelijke hotels is héél veeleisend”, maar ze waarschuwt: “Opgelet voor marketingstunts van grote toeristische multinationals. Eén pagina op tweehonderd van de catalogus die het heeft over duurzaamheid… da’s geen duurzaam toerisme”. Ze trekt ook van leer tegen landen die uit zijn op grof geld, dat makkelijk verdiend is in de toeristische sector. Soms gaan ze over de schreef, zoals Marokko, dat het aantal luchthavens wil verdubbelen of Tunesië, waar touroperators kamers verhuren voor 20 euro per nacht.
Ten slotte komt ze terug op de voornaamste betrokkene: “De toerist is de hoofdrolspeler van zijn reis. Hij moet zich een aantal vragen stellen en bepaalde keuzes maken.” Ze rondt het gesprek af met haar lievelingsspreuk: “Reizen begint waar je zekerheden ophouden.” Marie-Paule Eskénazi houdt van doordenkertjes.