Al meer dan veertig jaar brengt Oxfam-Wereldwinkels vrijwilligers samen die structurele verandering willen zien in de handelsrelaties tussen Noord en Zuid. “Als pioniers proberen we altijd zo hoog mogelijk te mikken en anderen vervolgens mee te nemen in ons verhaal,” zegt directeur Joris Rossie.
In 1971 opent in Antwerpen de eerste Belgische wereldwinkel. Het concept kent al snel navolging. Amper vier jaar later houden 31 wereldwinkels het doopvont onder de vzw Oxfam-Wereldwinkels. “In de beginjaren was Oxfam-Wereldwinkels vooral een solidariteitsbeweging rond handel, maar zonder duidelijke fairtradecriteria. Je bewees je solidariteit met de Algerijnse bevolking door Algerijnse koppijnwijn te kopen,” lacht Joris Rossie, directeur van Oxfam-Wereldwinkels. “Gaandeweg zijn we geprofessionaliseerd en geëvolueerd naar een eerlijke handelsbeweging. Onze wijnen winnen nu prijzen.” Vandaag houden 8000 vrijwilligers de 234 Vlaamse Oxfam-Wereldwinkels draaiend.
“We kunnen mensen in het Zuiden helpen door op een eerlijke manier handel te voeren. Een eerlijke handelsrelatie wil ook zeggen dat de producten van een goede kwaliteit moeten zijn zodat we ze verkocht krijgen,” zegt Rossie. “Vaak denken mensen dat kleine boerencoöperaties in het Zuiden niet in staat zijn om kwalitatief hoogstaande producten te maken. Integendeel, je kan het vergelijken met kleine producenten van bij ons die ambachtelijk werken: hun producten zijn vaak beter dan die van de grote fabrieken die mainstream producten maken.”
Huismerk
Oxfam-Wereldwinkels vormt samen met Oxfam-Solidariteit en de Franstalige wereldwinkels Oxfam-Magasins Du Monde de Belgische tak van Oxfam International. “We zijn drie aparte organisaties. Oxfam-Solidariteit is veeleer een klassieke ngo die onder andere geld verzamelt in het Noorden om ontwikkelingsprojecten in het Zuiden te kunnen financieren,” legt Rossie uit. “De wereldwinkelketens in beide landsdelen ondersteunen elkaar. Wij concentreren ons op het importeren van voeding en Oxfam-Magasins Du Monde is gespecialiseerd in het importeren en verkoopklaar maken van niet-voeding.”
Eind jaren negentig introduceert Oxfam-Wereldwinkels een eigen huismerk: Oxfam Fair Trade. “Bij de ontwikkeling van onze eigen producten gaan we anders tewerk dan een doorsneebedrijf,” zegt Rossie. “We zoeken naar handelspartners die baat hebben bij een langetermijnrelatie. Vaak zijn het kleine coöperaties die niet meteen met grote bedrijven kunnen onderhandelen, maar wel op hun eigen benen staan.”
Naast de relaties met tientallen handelspartners in het Zuiden investeert Oxfam Fair Trade ook in kleine spelers die zeer kwetsbaar zijn. “Met die partners starten we een diepgaand ontwikkelingstraject op, want ze hebben nog veel ondersteuning nodig. We kopen bijvoorbeeld koffie van enkele ontwikkelingspartners uit de Kivu-streek in Congo, waar veel geweld heerst. We reiken hen tegelijkertijd kennis aan over schaduwteelt, hoe ze de kwaliteit van de koffie kunnen verhogen en de bonen beter kunnen bewaren. En we geven vormingen aan de boeren over de voordelen van samenwerken in coöperaties. We geven ontwikkelingspartners soms ook financiële steun waardoor ze bijvoorbeeld nieuwe wasinstallaties voor hun koffie kunnen kopen.”
“De partner kan er op rekenen dat ze de koffie aan ons kunnen verkopen. In tegenstelling tot reguliere bedrijven kunnen we ook leven met het feit dat er soms moeilijke tijden zijn. Als er plots terug oorlog uitbreekt of als er kwaliteitsproblemen zijn, blijven we hun partner,” zegt Rossie. “We proberen hen ook te helpen met het vinden van toegang tot de markt. Wij zullen met hen en hun koffie naar andere bedrijven in Europa trekken en vragen of zij niet ook rechtstreeks bij deze partner koffie willen afnemen. Zo creëren we eigenlijk onze eigen concurrentie, maar ons doel is dat de partner zo snel mogelijk onafhankelijk van ons wordt. Eens de partner van ons is losgekomen, kunnen we terug op zoek naar een nieuwe kleine kwetsbare partner. Het klinkt misschien als een idioot business model, maar we zien het als onze maatschappelijke opdracht.”
Nek uitsteken
Er zijn verschillende fairtradestandaarden* waarvan de bekendste die van Fairtrade International zijn. “Dit is de minimumstandaard die we hanteren voor onze handelspartners. Wanneer er voor een product nog geen fairtradecriteria bestaan of wanneer een ontwikkelingspartner op een eerlijke manier werkt maar administratief nog niet in staat is om aan de criteria van Fairtrade International te voldoen, hebben we een commissie van vrijwilligers die zich hierover buigt. De koffieproducent uit Kivu, bijvoorbeeld, had de eerste jaren van onze samenwerking nog niet de capaciteit om aan alle administratieve vereisten te voldoen. Wij steken dan graag onze nek uit voor dergelijke partners.”
Oxfam-Wereldwinkels stond mee aan de wieg van keurmerkorganisatie Max Havelaar, die sinds kort Fairtrade Belgium heet. Toch zullen de producten van Oxfam Fair Trade niet langer het bekende Fairtrade-keurmerk dragen. “Onze producenten in het Zuiden krijgen regelmatig controleurs over de vloer die nagaan of ze de Fairtrade-standaarden wel volgen. En wij betalen een externe organisatie die controleert of wij onze producten wel bij gecontroleerde boeren aankopen. Een Fairtrade-label communiceert naar de klant dat we die twee dingen effectief gedaan hebben. Ik begrijp dat dat voor een gewoon bedrijf interessant is en dat zij bereid zijn om daarvoor te betalen, maar consumentenonderzoek leert ons dat wij dat niet nodig hebben. Ons merk krijgt veel vertrouwen. Onze klanten hoeven geen extra bewijs van hoe fair we zijn in de vorm van een label. Ze verwachten van ons als ngo veeleer dat we onze middelen gebruiken om onze ontwikkelingspartners verder te ondersteunen.”
“Daarnaast hebben we soms een andere kijk op fair trade,” zegt Rossie. Hiermee doelt hij op het Fairtrade Sourcing Program voor cacao, katoen en suiker dat Fairtrade International vorig jaar in het leven riep. Onder dit programma kan een product dat slechts één van deze drie Fairtrade-ingrediënten bevat het label van het Fairtrade Sourcing Program krijgen. Om een gewoon Fairtrade-label te mogen gebruiken, geldt de regel dat alle ingrediënten van een product die Fairtrade kunnen zijn het ook effectief moeten zijn. Zo moet een Fairtrade-chocoladereep zowel Fairtrade-cacao als Fairtrade-rietsuiker bevatten. Onder het nieuwe programma kan een chocoladereep al een label krijgen als enkel de cacao Fairtrade is. “Wij hanteren een strenge definitie van fair trade. Als pioniers proberen we altijd zo hoog mogelijk te mikken en anderen vervolgens mee te nemen in ons verhaal.”
Structurele verandering
“Met Oxfam-Wereldwinkels streven we naar structurele verandering in de handelsrelaties tussen Noord en Zuid. Europa voert nog altijd een veel te protectionistische handelspolitiek. Als we ruwe grondstoffen invoeren zoals groene koffiebonen, betalen we vrij weinig taksen, maar wanneer we een verwerkt product Europa willen binnen krijgen, worden veel hogere douanetarieven gehanteerd. Men wil stimuleren dat de toegevoegde waarde hier gecreëerd wordt en laat dat nu net zijn waar het meeste winst op te maken valt. Wij vinden dat die regelgeving moet veranderen en we proberen er tegenin te gaan. Het kan niet dat de ontwikkelingskansen in het Zuiden geblokkeerd worden door jarenlang enkel grondstoffen in te voeren, maar geen afgewerkte producten.”
Momenteel bottelt Oxfam Fair Trade het gros van zijn wijn in het Zuiden. “Andere producenten bottelen hun wijn meestal in Europa. Nu creëren we een veel grotere toegevoegde waarde in het Zuiden. Dat is natuurlijk fantastisch,” zegt Rossie. “Je kan de bedenking maken of het ecologisch gezien wel wenselijk is om flessen te importeren. Dat is een moeilijke afweging, omdat de boeren in het Zuiden het eerst zullen geconfronteerd worden met klimaatverandering. Maar we willen dat de boeren zich ook kunnen ontwikkelen en niet tot het einde der dagen leveranciers van alleen grondstoffen blijven. We trekken dan toch de kaart van meer toegevoegde waarde voor het Zuiden. Al maken we deze afweging heel zorgvuldig en bekijken we het product per product.”
De 8000 vrijwilligers vormen echt de drijvende kracht achter Oxfam-Wereldwinkels. “We zijn een vrijwilligersorganisatie. De beroepskrachten ondersteunen de vrijwilligers. Zij zijn onze baas,” beklemtoont Rossie. “Toen we onze Oxfam Fair Trade-producten in de supermarkten begonnen te verkopen, had dat een invloed op de verkoopcijfers van de Oxfam-Wereldwinkels. Er werd toen wel eens in vraag gesteld of we de winkels wel moesten houden. We hebben toen radicaal ja gezegd. We zijn een vrijwilligersbeweging die de structuren in de wereld wil veranderen. Dit doen we door campagnes te voeren en mensen te laten meewerken aan dat ideaal. In onze eigen winkels kunnen onze vrijwilligers, naast het verkopen van fairtradeproducten, ook een verhaal vertellen. De winkels enthousiasmeren en brengen mensen samen. Veel vrijwilligers zijn hier meerdere dagen per week mee bezig. Het is en blijft een fantastisch model om de energie van die vrijwilligers in te kanaliseren.”