TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Colruyt Group: Stap voor stap verduurzamen

Met Colruyt, Bio-Planet en Okay blijft Colruyt Group een van de sterkste spelers in het Belgische retailerlandschap. Is er in deze op groei en winst gefocuste holding ook aandacht voor duurzame handel? Jawel, zo blijkt. Naast het aanbod van fairtradeproducten startte Colruyt Group een aantal jaren geleden ook met ‘ketenprojecten’ waarbij ze de keten van producent tot consument trachten te verduurzamen. Het eerste project was rijst uit Benin en momenteel engageert Colruyt Group zich om bananen uit Senegal exporteerbaar te maken. Philippe Toussaint en Johan Vandenbossche van het CSR(1)-team lichten Colruyts duurzame visie toe.

Colruyt Group focust zich op de belangrijkste commodities (ruwe basismaterialen) zoals vis, palmolie, soja, papier en exoten, omdat die de zwaarste impact hebben op ecologisch en sociaal vlak. Philippe legt uit dat er drie manieren zijn om een productcategorie te verduurzamen: “In eerste instantie kan je een beroep doen op bestaande certificatiesystemen: ASC, UTZ, Rainforest Alliance, enzovoort. Een tweede manier is een eigen systeem uitwerken. Zo hebben we in 2011 onze vissoorten door het onafhankelijke ILVO(2) laten evalueren en vervolgens de bedreigde soorten uit ons assortiment gehaald. Ten slotte zetten wij ketenprojecten op met boeren in het Zuiden. Zo is er sinds kort potentieel voor de teelt van bio-fairtrade bananen in Senegal, maar die boeren vinden moeilijk toegang tot de internationale markt en Senegal heeft nog nooit bananen naar België geëxporteerd. Colruyt Group engageert zich om op termijn een vast en aanzienlijk volume aan te kopen. Daardoor krijgen de boeren betere inkomsten en kunnen ze zich beter organiseren. Als de cooperatieven kwalitatieve bananen kunnen produceren, geeft hen dat nieuwe afzetmogelijkheden, ook in eigen land.”

Een vaak gehoorde verzuchting bij het werken met eerlijke leveranciers is de dure premie die moet betaald worden aan de organisaties die de fairness garanderen. Is een project waarbij je de keten kan controleren van coöperatie tot winkelrek een handige manier om die tussenstap te omzeilen? Uit de grote investering en intensieve begeleiding spreekt toch een visie die verder gaat dan dat. De opstart is ook een werk van lange adem. Colruyt Group stapte in 2013 in het project, samen met Agrofair, Aprovag en Vredeseilanden(3). Momenteel wordt de kwaliteit gestabiliseerd, het einddoel is een kwalitatieve en stabiele productie. Men hoopt tegen 2017 de eerste Senegalese bananen in de winkelrekken te kunnen leggen.

Johan verduidelijkt dat Colruyt Group ketenprojecten opzet wanneer de boeren uit het Zuiden het marktonevenwicht niet alleen kunnen doorbreken, door historische omstandigheden of gebrek aan financiële middelen en expertise. “Samen met de projectpartners hebben we de boeren ondersteund om de bio- en fairtradenorm te halen. Centen op tafel leggen, je klaar maken voor zo’n audit, dat is voor een coop die omschakelt naar een markteconomie een grote stap.”

Philippe: “We hebben regelmatig contact met alle partners van de keten. Elk probleem wordt aangekaart. Je moet veel oplossingen zoeken, kwaliteitsnormen en certificaten halen. Dat is een lang traject, het is een echte investering.”

Johan: “Via ngo’s of specialisten krijgen de boeren de nodige opleiding omtrent irrigatie, bemesting, composteren. In Senegal hebben we een partner die veel kennis heeft van bananenteelt in Zuid-Amerika en goed z’n weg kent naar agronomen. In Benin zijn we zelf op zoek gegaan naar een universiteit om ondersteuning te bieden aan de boeren om de kwaliteit van hun rijst te verbeteren en werden uitwisselingen en stages opgezet tussen Benin en België.”

Philippe: “Met de ketenprojecten willen we de organisaties op termijn selfsupporting maken, we waken er ook over dat ze niet van slechts één partner afhankelijk zijn. Bij het bananenproject is export één van de manieren om de business te ontwikkelen, we stimuleren hen om ook naar de lokale markt in Dakar te trekken. Tegelijk investeren we via de Collibri Foundation(4) in vormingsprojecten voor jongeren met een kwetsbare achtergrond, zowel in België als in regio’s in ontwikkeling.”

Zijn bio-fairtradebananen niet te duur voor de lokale bevolking? Niet noodzakelijk, volgens Philippe. “Vandaag worden bananen er geïmporteerd vanuit Ivoorkust. Door efficiënter te werken en beter te bemesten stijgt de productiviteit per hectare. Dat en de betere kwaliteit maakt hen competitiever.” “In de meeste ontwikkelingslanden is er bij de stedelijke bevolking wel een markt voor kwaliteitsproducten”, vult Johan aan, “alleen spelen de coöperatieven waarmee wij projecten opzetten meestal op de bulkmarkt van goedkope producten, deels omwille van kwaliteit, deels omwille van ervaring.”

Colruyt Group hecht veel belang aan de arbeidsomstandigheden bij hun producenten. Wie voor hen eigenmerkproducten maakt moet een gedragscode ondertekenen, gebaseerd op de regels van de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties. Het gaat onder meer om de minimumleeftijd van werknemers, correcte verloning en veilige en gezonde werkomstandigheden. Het CSR-team onderzoekt of de producent al zo’n bewijs heeft via bestaande databanken zoals BSCI(5) of door zelf een audit te laten uitvoeren door een onafhankelijke organisatie. Johan en Philippe signaleren de tendens om verschillende duurzaamheidsaspecten te integreren in één certificaat. “We merken dat Fairtrade Standard meer ecologische aspecten meepakt”, zegt Johan. “Een product zonder Fairtradelabel kan ook fair zijn”, vult Philippe aan. “Met Vredeseilanden hebben we in Peru een aspergeproject opgestart dat geen bio- of fairtradelabel had, maar de boeren kregen wel een correcte prijs en er was aandacht voor de socio-ecologische aspecten.”

Al in 1990 stelde Colruyt het Greenline-charter op om de voetafdruk van het bedrijf te reduceren, o.a. dankzij efficiënt transport, minder verpakkingen, lager energieverbruik in de winkels en de investering in windmolens en zonnepanelen. Sinds 2010 pakt Colruyt Group ook de sourcing aan. “Door het opstellen van criteria, de keuze voor bepaalde producenten en de ketenprojecten kunnen we ook een positieve impact hebben. De laatste stap in de ketting producent-retailer-consument is de klant overtuigen om duurzamer te consumeren. Enerzijds door een goed aanbod, anderzijds door informatie via folders, video’s en etiketten.”

Bio-Planet biedt meer dan 200 fairtradeproducten aan, zoals kokosmelk, rum, sesamzaad, quinoa en cacaoboter. Colruyt heeft maar 25 fairtradeproducten, waaronder wijn, toch is met 230 filialen de impact wel groot.

Maar hoe valt de minimumprijsgarantie voor de boeren te rijmen met de laagsteprijsgarantie voor de consument? Het antwoord luidt dat Colruyt de markt volgt, of het nu gaat om bio-, fairtrade- of conventionele producten. Als Colruyt een product niet tegen de laagste prijs inkoopt, boet men in op de marge. De boer krijgt sowieso zijn fairtradeprijs.

Is men even solidair met de Europese melk- en varkensboeren? Johan: “Het is hoofdzakelijk een probleem van overproductie. Boeren hebben het inderdaad moeilijk omdat ze niet meer op een Belgische of Europese maar een wereldmarkt spelen. Je ziet hoe gevoelig we zijn als de Chinezen plots minder melkpoeder kopen of Rusland een perenembargo oplegt.”

Philippe: “Voor de problematiek van melk- en varkensboeren zijn er tal van overlegstructuren opgezet tussen boeren, tussenbedrijven en retailers. Maar het zijn economische fenomenen die moeten opgelost worden op Europees en mondiaal niveau.”

Johan: “Dit vraagstuk kwam ook aan bod tijdens een debat vorig jaar: ofwel moet je naar quota gaan om de productie onder controle te krijgen, maar daar heeft iedereen schrik van, en men gaat natuurlijk de quota proberen te breken, ofwel moet de boer een product ontwikkelen met een meerwaarde, bijvoorbeeld een varkenssoort met een bepaalde smaak, om uit die bulkmarkt te geraken. Het is schrijnend voor de hard werkende landbouwer om onder de kostprijs te moeten verkopen. Maar er zijn marktfenomenen waar je niet omheen kunt. Zo zitten de boeren waarmee we in Tanzania samenwerken nu op een goudmijn: er is veel meer vraag dan aanbod van passievruchten, dus ze krijgen goede prijzen. Maar hoe lang gaat dat duren? Om de markt te stabiliseren kunnen wij tijdelijk onze boeren ondersteunen, maar als overproductie chronisch wordt, is dat onhoudbaar.”

Philippe: “Op het einde van de ketting beslist de consument wat hij koopt. Je kan een massa-aanbod van fair trade of organic hebben, maar als er niet genoeg klanten bereid zijn om daarvoor te betalen, werkt het niet.” “In bepaalde categorieën is er een overaanbod van fair trade ten opzichte van wat gekocht wordt”, beaamt Johan. “Je zit met twee onafhankelijke groepen: consumenten en producenten. En af en toe is er een mismatch. Wij pleiten ervoor dat er op dit vlak via zelfregulering een structuur wordt opgezet waardoor vraag en aanbod beter kan gemonitord worden door de partners in de keten.”

Europa is onlangs gestart met een project om de voetafdruk van een product te meten, pikt Philippe in. “Er zijn 14 verschillende parameters. Maar als men een bepaalde parameter verbetert, kan een andere verslechteren. De vraag is: aan welke criteria geef je het meeste gewicht? Elk certificatiesysteem focust zich op slechts enkele van die parameters. We spreken trouwens niet van ‘duurzame producten’ maar van ‘verduurzamingsprocessen’ omdat het een continu zoeken is naar verbeteringen. Als we een bepaald criterium hebben verbeterd, gaan we over naar een volgende uitdaging.”

(1) CSR staat voor Corporate Social Responsibility of Maatschappelijk verantwoord ondernemen
(2) Instituut voor Landbouw – en Visserijonderzoek
(3) Agrofair is een importeur, Aprovag is een Gambiaanse producentenorganisatie en Vredeseilanden is een Belgische NGO die boerenfamilies structureel steunt. Van 2011 tot 2013 besteedde het Trade for Development Centre 98.000 € aan Aprovag opdat deze organisatie de rendementen kon verhogen en de nodige technische equipe kon samenstellen met als doel een significante toename van de inkomsten van de producenten en het verzekeren van de aanwezigheid van de sector in de Europese handelscircuits, aanvankelijk de biologische, nadien ook de duurzame circuits.
(4) De Collibri Foundation steunt vormingsprojecten voor jongeren met een kwestbare achtergrond, zowel in België als in regio’s in ontwikkeling. Collibri Foundation organiseert samen met het thuismerk Boni Selection laagdrempelige acties voor de klanten van Colruyt, OKay, Spar en Bioplanet. Elke bijdrage van de klant ten voordele van de vormingsprojecten wordt door Colruyt Group verdubbeld. Het fonds wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
(5) Het Business Social Compliance Initiative, een initiatief van het Europees platform van handelaren, industriëlen en importeurs, is een kwalificatie- en auditsysteem voor de toepassing van sociale normen bij onderaannemer
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.