TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Weg met het schuldgevoel: ‘slaafvrije’ chocolade zonder toegevoegde suiker, dat is Cavalier

Het familiebedrijf Cavalier maakt exact twintig jaar chocolade zonder toegevoegde suiker. Eerst deed het dat met de alternatieve zoetstof maltitol, sinds vier jaar vooral met stevia. Bij de vernieuwing van het gamma werd resoluut voor fairtradecacao gekozen. 

Felix Verdegem, die al een zestal jaar het bedrijf leidt, vertelt dat Cavalier de pionier was in no sugar added chocolate. De bouchons, repen en pralines spreken vooral liefhebbers van het ‘zwarte goud’ aan die suikers willen vermijden zonder toegevingen te doen op gebied van smaak. De steviaplant, al eeuwenlang gebruikt als zoetmiddel in Zuid-Amerika, bevat geen calorieën en heeft geen invloed op de bloedsuikerspiegel. Toen de Europese voedselcommissie het gebruik van stevia in 2011 toeliet, sprong Cavalier meteen op de kar omdat het plantaardige zoetmiddel nog beter past bij een gezonde levensstijl en in tegenstelling tot maltitol geen vervelende bijwerkingen heeft als je er veel van eet.

Met het nieuwe gamma wou het bedrijf zich heroriënteren op de markt en zocht het naar een jonger en hipper imago. De keuze om het hele stevia-gamma met fairtradechocolade te maken, paste in dit concept. “Voor ons is fair trade één van de elementen die het volledige plaatje doen kloppen. Meer dan een bewuste keuze om één bepaald ingrediënt eerlijk in te trekken, past werken met eerlijke chocolade in de duurzame filosofie van het bedrijf. Die is geïnspireerd door het feit dat een consument kritisch is, niet enkel op het gebied van eerlijke handel maar ook wat betreft biologische teelt en ecologisch bedrijfsvoeren. Als merk heb je een zekere verantwoordelijkheid en wil je ook het totale concept van duurzaamheid uitstralen.”

Op de vraag of hij sinds de vernieuwing van het gamma een evolutie merkt in de verkoop, of er meer belangstelling is voor fair trade of het net moeilijker wordt om de wellicht duurdere producten verkocht te krijgen, antwoordt Felix dat het moeilijk te zeggen is aangezien hij het fairtradeverhaal niet zomaar kan loskoppelen van het steviaverhaal. “Er spelen verschillende elementen mee. Vier jaar geleden was stevia helemaal niet bekend op de markt, Cavalier heeft dat echt moeten introduceren. In het algemeen moesten we ook het bewustzijn rond no sugar added producten aanscherpen. Als je fairtradechocolade wil maken kan je ook duurzame rietsuiker gebruiken maar wij willen dus chocolade maken zonder toegevoegde suiker.”

Cavalier koopt de eerlijke chocolade bij Callebaut, dat haar eigen Growing Great Chocolate-programma heeft ontwikkeld. Maar om het Belgium Fairtradelabel te behouden, komt Fairtrade sowieso ook nog eens jaarlijks op controle bij Cavalier. Felix: “In Nederland zouden ze dit ‘slaafvrije chocolade’ noemen. Want daar draait het uiteindelijk om: dat de cacao niet door (kinder)slaven wordt geoogst. Ik ben het idee genegen dat die landbouwers ondersteund worden bij het efficiënter telen, het zoeken naar meer rendement, de opleiding van hun kinderen, enzovoort. Fairtrade Belgium, maar ook QPP en UTZ*, hebben allemaal hetzelfde doel: op een duurzame manier handel voeren zodat iedereen er beter van wordt: de producent en de consument. Want hoe meer cacao de boer kan produceren, hoe meer hij kan verkopen, hoe meer hij verdient, des te aantrekkelijker het wordt om cacao te telen. Nu ziet de jonge generatie daar geen toekomst in, en zo ontstaat er een tekort, wat de consument dan weer zal ondervinden. Als er genoeg cacao wordt geproduceerd blijft er een evenwicht tussen vraag en aanbod.”

De wetten van de markt brengen Felix bij een ander probleem: dat onze voeding in het algemeen veel te goedkoop is. ‘Melk, kaas, vlees. Als je weet hoe onze markteconomie in elkaar zit, kan je niet anders dan concluderen dat onze fruittelers en landbouwers te weinig voor hun waren krijgen. Er klopt iets niet aan het systeem.’

Als je als bedrijf kiest voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, heb je de keuze uit verschillende duurzaamheidsprogramma’s. Felix: “Is Fairtrade Belgium de enige heiligmakende? Er had evengoed UTZ op onze verpakking kunnen staan, mochten we in Nederland gevestigd zijn. Er zijn nog goede duurzaamheidsprogramma’s, zoals het UTZ (duurzame landbouw) of het IPP (Integrated Product Policy) maar de consument moet die dan ook kennen. Je kan op je verpakking ‘IPP-gecertifieerd’ zetten maar als de consument niet weet waar dat voor staat heeft het weinig zin. Het belang van campagnes voor organisaties die hun schouders zetten onder eerlijke handel is niet te onderschatten”.  Een ander programma dat Felix enkele keren aanhaalt is QPP (Quality Partner Program), een duurzaamheidsprogramma van Callebaut dat in 2005 in Ivoorkust werd opgestart en inmiddels is overgegaan in de Horizons Foundation die zich toelegt op zowel opleiding voor en steun aan de boeren zoals betere huisvesting voor de plaatselijke gemeenschap, gezondheidszorg, onderwijs en bescherming voor de kinderen.

Dat al deze organisaties en programma’s hetzelfde doel voor ogen hebben maar amper samenwerken, is een heikel punt, meent Felix. “De fairtrademarkt wordt gedomineerd door twee à drie spelers. Het zou fijn zijn als al die verschillende organisaties op een transparante manier konden garanderen dat landbouwer x voldoet aan een bepaald duurzaamheidsprogramma op niveau y en de chocolade die daaruit voortvloeit een duurzaamheidsniveau z heeft. Indien een fabrikant een ingrediënt met duurzaamheidsniveau 0 wenst, als het hem niet kan schelen dat er kinderen aan het werk zijn en er met pesticiden wordt gespoten, zolang hij maar de goedkoopste chocolade kan intrekken, zal daar ook een markt voor zijn. Niet alle consumenten kijken of er 0 of 10 op de verpakking staat.”

Een veel gehoorde kritiek op Fairtrade Belgium als organisatie is dat de premiumprijzen niet naar de boeren gaan, of te hoog zijn, en veel geld gaat naar de verloning van werknemers, infrastructuur en campagnes. Die kritiek begrijpt Felix wel. De fairtradeprijs bestaat uit twee componenten. Ten eerste is er de minimumprijs die de Zuiderse boeren volgens de Fairtrade-voorwaarden moeten ontvangen. Daarbovenop komt een premie die de producent moet betalen aan de boerenorganisatie die ze mag besteden aan sociale en economische ontwikkelingsprojecten. De Westerse producent betaalt ook jaarlijks de audits door FLO Cert in zijn bedrijf en een kleine license fee aan Fairtrade Belgium. Daarmee wordt wereldwijd een eerlijker handelssysteem gefinancierd.

 “Fairtrade Belgium wordt soms met de vinger gewezen, soms terecht, soms niet. Het is jammer dat de ngo’s die eigenlijk hetzelfde doel nastreven elkaar beconcurreren en geld moeten steken in campagnes. Ik denk dat er heel wat energie en geld verloren gaat omdat veel werk dubbel gedaan wordt. Ik heb wel de indruk dat Fairtrade Belgium één van de organisaties is die de hand uitsteekt om samen te werken, maar je moet natuurlijk met twee zijn om een hand te schudden.”

* QPP is het Quality Partner Program van Callebaut dat later in het interview wordt uitgelegd. UTZ Certified is een duurzaam label

Website Cavalier 

 
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.