Nippen van een heerlijk kopje klimaatneutrale Fairtrade koffie: sinds begin december 2015 – niet toevallig het moment dat de hele wereld zich in Parijs over een klimaatakkoord buigt – is het mogelijk in België. Zowel Beyers Koffie als The JAVA Coffee Company brengen al jaren Fairtrade gecertificeerde koffie op de markt, maar nu gaan ze een stapje verder. Ze implementeren een actieplan om hun eigen CO2-uitstoot te beperken en compenseren de rest met de aankoop van Fairtrade koolstofkredieten. Op die manier investeren ze in koffiecoöperaties die de strijd aangaan met de klimaatopwarming
Dubbel oneerlijk
De klimaatverandering is oneerlijk. Om te beginnen worden landen in het Zuiden, doorgaans de armste ter wereld, het zwaarst getroffen terwijl zij het minst hebben bijgedragen tot het probleem. Steeds vaker zien zij hun oogsten mislukken en opbrengsten dalen, soms door de stijging van de temperatuur en een tekort aan water, soms door hevige regenval en overstromingen. De toekomst oogt somber: nog veel meer landbouwgebieden zullen ongeschikt worden om hun huidige teelten te behouden.
De klimaatverandering is zelfs dubbel oneerlijk. Miljoenen kleine boeren in het Zuiden hebben ongetwijfeld het allerminst bijgedragen tot de klimaatproblemen, maar worden het zwaarst getroffen. Hun productiemethoden zijn duurzamer dan de grootschalige monoculturen maar zij missen de middelen om ziekten te bestrijden, over te schakelen op andere teelten of gewoon te verhuizen en elders grond te bemachtigen.
In Europa beseffen we het te weinig: de negatieve effecten van de klimaatverandering zijn geen toekomstverhaal, maar een dagdagelijkse realiteit.
Koffie als kanarie
“Koffie is voor klimaatverandering de kanarie van de koolmijnen”, zei Ric Rhinehart van de Specialty Coffee Association of America jaren geleden al. “Als je nog niet wil denken aan de langetermijnrisico’s voor de planeet, denk dan aan de kortetermijnrisico’s voor je kop koffie.”
Momenteel worden wereldwijd slechts twee koffievariëteiten gecommercialiseerd: arabica en robusta. Vooral de arabicaplanten zijn kwetsbaar. Zij hebben het graag niet te warm en niet te koud, niet te droog en niet te nat. Terwijl net de onvoorspelbaarheid van het weer een aantoonbaar gevolg is van de klimaatopwarming. Zuid-Afrikaanse wetenschappers ontdekten dat vooral hogere temperaturen ’s nachts een negatief effect hebben op de ontwikkeling van de bonen. In Tanzania zorgt dat nu al voor een daling van de productie, zo bewees hun onderzoek. Door zijn kwetsbaarheid is de arabicaplant ook zeer gevoelig voor de hemileia vastatrix, een schimmel die vooral in Centraal- en Zuid-Amerika al enorme schade heeft aangericht. En dan is er ook nog de koffiekever die door de klimaatopwarming steeds hoger de Afrikaanse hellingen opkruipt, recht de koffieplantages in. Zij doorboren de koffiebonen en maken ze onverkoopbaar.
De koffieproductie heeft het dus op heel wat plaatsen al ‘behoorlijk warm’.
Welke opties hebben de boeren om zich aan te passen? In Colombia proberen wetenschappers meer resistente arabicavariëteiten te ontwikkelen, maar tot nu toe zonder groot succes. Ook in de thuisbasis van de koffieplant, de hooglanden van Oost-Afrika, hebben wilde variëteiten last van de warmte waardoor de genetische pool steeds beperkter wordt.
Kortetermijnoplossingen zijn er wel: hoger op de helling telen en zoveel mogelijk overschakelen op schaduwkoffie. Wanneer koffiestruiken onder hoge bomen staan, is het koeler overdag en blijft de warmte beter hangen ’s nachts. Koffieboeren hebben dus veel te winnen bij herbebossingsprojecten.
Er is nog een optie: de robustavariëteit is een stuk robuuster. Maar de smaak van robusta is minderwaardig aan die van arabica. “Geniet van je kopje kwaliteitskoffie nu het nog kan”, besluit koffie-expert Rick Peyser, “want het zal een uitdaging worden om die luxe de volgende decennia te behouden.”
Koolstofkredieten
Van koffie keren we terug naar het bredere plaatje. Een van de strategieën die de mondiale gemeenschap sinds het Kyoto Protocol in stelling heeft gebracht is het Clean Development Mechanism (CDM). In het klimaatakkoord van Parijs werd dit CDM herbevestigd.
Waarover gaat het? Industrielanden die het Protocol ondertekenen moeten hun CO2-uitstoot beperken maar krijgen meteen een uitweg indien dat niet lukt. De gemiste reductie kunnen zij – en de vervuilende bedrijven op hun grondgebied – compenseren door te investeren in klimaatvriendelijke projecten in het Zuiden. Goedgekeurde projecten krijgen gecertificeerde emissiereducties (CER’s) toegekend, beter bekend als carbon credits of koolstofkredieten. De eigenaars van het project mogen die verkopen op koolstofmarkten.
Dankzij de Europese Unie en de integratie met het Europese Systeem voor Emissiehandel (EU ETS) kent het CDM in 2005 meteen een vliegende start. Maar er worden door Europa zoveel emissierechten uitgedeeld aan landen en bedrijven dat de prijzen van de koolstofkredieten al snel kelderen. Van € 30 per ton, de initiële prijs die Europa voor ogen had, gaat het in enkele jaren tijd naar € 5 per ton. Europa loopt op eieren om zijn energie-intensieve industrie te beschermen waardoor het beperken van de emissierechten pas schoorvoetend ingaat in 2018.
Bovendien wordt de koolstofmarkt al snel het uitgelezen terrein voor industriële spelers met grootschalige projecten, vooral in de energiesector. De criteria worden vaak breed geïnterpreteerd en een toegevoegde waarde voor de lokale bevolking in het Zuiden is er zelden. CER’s worden op koolstofbeurzen gekocht en verkocht door carbon brokers of koolstofhandelaars, in de praktijk meestal grote financiële groepen en speculanten.
Critici zien in de manier waarop dit mechanisme de voorbije jaren (niet) heeft gewerkt een bewuste strategie van het Noorden om hun eigen verantwoordelijkheid aan een belachelijk lage prijs en in neokoloniale stijl te dumpen in het Zuiden.
Anderen zien CDM wel als een opportuniteit om klimaatprojecten in het Zuiden gefinancierd te krijgen. Daarbij verwijzen zij zowel naar grote projecten op de ‘officiële’ koolstofmarkten als naar kleinere projecten die kunnen verhandeld worden via parallelle, ‘vrijwillige’ koolstofmarkten. ‘Vrijwillige’ koolstofkredieten (VER’s) worden niet toegekend door het CDM zelf, maar door private certificatie-instanties, erkend door het secretariaat van het CDM. VER’s vragen minder procedures en zijn haalbaarder voor kleinere organisaties, maar hun prijzen zijn minder stabiel. Op de vrijwillige koolstofmarkt kunnen bedrijven die daar niet toe verplicht zijn uit eigen beweging koolstofkredieten kopen.
Fairtrade koolstofkredieten
Vanzelfsprekend wordt ook de sector van duurzame en eerlijke handel geconfronteerd met de klimaatcrisis. Omdat zij veel dichter bij hun producentenpartners in het Zuiden staan, hebben de talrijke noodkreten hen jaren geleden al bereikt. Sommige organisaties hebben in de markt van vrijwillige koolstofkredieten een mogelijkheid gezien om hun partners meer financiële armslag te geven in de strijd tegen de klimaatopwarming. In een eerder artikel (Eerlijke en duurzame handel en de klimaatverandering, 2013) haalden we voorbeelden aan van Cafédirect en Rainforest Alliance. Ook de aangekondigde samenwerking tussen Fairtrade International en The Gold Standard Foundation brachten we toen ter sprake. Eind 2015, tijdens de klimaattop in Parijs, presenteerden zij trots de eerste Fairtrade koolstofkredieten.
“Eén enkele mirakeloplossing bestaat niet”, zo steekt het rapport Fairtrade and the Carbon Market van wal. “Op tal van manieren moeten wij onze partners steunen om zich aan te passen aan de nieuwe klimaatcondities. Technische hulp, maar ook financiële steun. Daarom brengen wij Fairtrade koolstofkredieten op de markt.”
De plek waar dit gebeurt is de ‘vrijwillige’ koolstofmarkt. “Die is in crisis”, stelt Fairtrade International. “De prijzen zijn laag en er is een gebrek aan transparantie. Net zoals de koffiemarkt 40 jaar geleden. Fairtradekoffie had toen de ambitie om daar een antwoord op te formuleren. Vandaag kan je Fairtrade koolstofkredieten zien als een nieuw antwoord. Door coöperaties van kleine boeren te betrekken krijgt de koolstofmarkt het potentieel om duurzame, lokale ontwikkeling te ondersteunen.”
De Fairtrade koolstofmarkt
Hoe werkt de handel in Fairtrade koolstofkredieten volgens de Fairtrade Climate Standard:
- Reductie van de uitstoot in het Noorden
Kandidaat-kopers van een Fairtrade koolstofkrediet verbinden zich ertoe om hun eigen voetafdruk te laten berekenen en vervolgens hun uitstoot te verminderen volgens een actieplan. - Reductie van de uitstoot in het Zuiden
Kandidaat-verkopers – producentenorganisaties in het Zuiden – ontwikkelen projecten die de uitstoot in hun regio beperken. Conform de criteria van het CDM gaat het om projecten rond energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en herbebossing. Zowel actieplannen van kopers als projecten van verkopers moeten Fairtrade gecertificeerd worden.
Bij de transactie betaalt de koper van een koolstofkrediet
- een Fairtrade minimumprijs: die dekt minimaal de kostprijs van het project en de deelname aan de koolstofmarkt.
- een Fairtrade premie: daarmee kan de producentengroep activiteiten financieren om zich aan te passen aan de gewijzigde klimaatcondities. Fairtrade International ondersteunt hen daarin met training en advies (aangepaste teelttechnieken, betere variëteiten, herbebossing als een onderdeel van de landbouwpraktijk, enz…).
Concreet: de gemiddelde prijs van een koolstofkrediet op de vrijwillige markt schommelt vandaag rond 2 à 4 € per ton CO2. Voor een Fairtrade koolstofkrediet rekent men momenteel op een prijs van 8 tot 11 € per ton CO2, afhankelijk van het project.
Stand van zaken
Tijdens de klimaattop in Parijs werden de Fairtrade koolstofkredieten gelanceerd en de eerste kopers bekendgemaakt. “Aan aanbodzijde is de certificatie van een aantal pilootprojecten volop bezig. Maar wij hebben vooral hard gewerkt aan de vraagzijde. Door te tonen dat er voldoende vraag is, kunnen we meer producenten-groepen motiveren om deze alternatieve bron van inkomsten aan te boren”, zegt Lily Deforce, directeur van Fairtrade Belgium.
Enkele voorbeelden van pilootprojecten
- De eerste organisatie die gecertificeerd werd is de Oromia Coffee Farmers’ Union in Ethiopië. In hun regio willen zij het koken op hout vervangen door kleine, energie-efficiënte ovens. Zo wordt de ontbossing een halt toegeroepen, maar krijgen vrouwen ook meer tijd voor andere activiteiten. De CO2-reductie wordt geschat op 70%. Volgens berekeningen kan dit project hen 30.000 koolstofkredieten per jaar opleveren.
- Kleinschalige biogasinstallaties op het Indische platteland
- Het aanplanten van schaduwbomen door Peruaanse koffiecoöperaties
“Zoals steeds bij Fairtrade International gaat het om een centraal concept dat gefaseerd wordt ingevoerd”, legt Lily Deforce uit. “Voor de koolstofkredieten gebeurt dat momenteel in Nederland, België en Duitsland. Onder de eerste ‘kopers’ bevinden zich grote bedrijven zoals Deutsche Post DHL, Marks & Spencer en Eneco.”
“In België hebben we ervoor gekozen om binnen de koffieketen te blijven. Met Beyers Koffie en The JAVA Coffee Company hebben we twee bedrijven gevonden die reeds Fairtrade koffie op de markt brengen. Door de uitstoot die ze niet kunnen reduceren te compenseren met koolstofkredieten van koffiecoöperaties blijf je binnen de koffieketen en kan je spreken van klimaatneutrale koffie. Het zou interessant zijn om in een volgende fase nog verder te gaan: koffiebedrijven die koolstofkredieten kopen van koffieboeren uit hun toeleveringsketen. Dan is het verhaal helemaal rond.”
In een latere fase – wanneer het aanbod aan koolstofkredieten groter is – wil ook Fairtrade Belgium met dit verhaal naar een bredere groep bedrijven stappen. Ook bedrijven buiten de klassieke fairtradewereld. Nogmaals Lily Deforce: “Natuurlijk smeren Marks & Spencer en Deutsche Post DHL dit in hun bedrijfscommunicatie breed uit. Maar dit is altijd onze strategie geweest: geen te hoge drempels opleggen, klein beginnen en het zaadje verspreiden. Wat voor ons centraal staat, is niet de motivatie waarom een bedrijf in dit verhaal stapt maar het feit dat boeren kansen krijgen om die levensbelangrijke overlevingsstrijd aan te gaan.”
Tot slot
“Voor ons zijn Fairtrade koolstofkredieten wel degelijk een nieuw fairtradeproduct, net zoals koffie en cacao. Zij het dan vooral in een B2B-omgeving. De gevolgen van de klimaatopwarming zijn enorm en ons huidig economisch model schuift risico’s doorgaans door naar de zwakste schakel, de boeren. Via koolstofkredieten hopen we hen – in het belang van iedereen – nieuwe zuurstof te geven.” Lily Deforce, directeur Fairtrade Belgium
Het Trade for Development Centre steunt producentengroepen om hen een betere markttoegang te bezorgen. Projecten die willen beantwoorden aan de criteria van de Fairtrade Climate Standard kunnen in de toekomst gefinancierd worden door het Trade for Development Centre.