TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Belg_bedrijven_Dominique_Ivoorkust

TDC en bedrijven actief in België ontmoeten elkaar

Heel wat coöperaties en kleine bedrijfjes uit de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en
actief in eerlijke of duurzame handel kregen de afgelopen jaren steun van het Trade for Development Centre. Ofwel in de vorm van financiële steun, ofwel via een coaching in marketing of business management, of in een combinatie van beide. Het doel is telkens het verhogen van de marktkansen van kleine producenten. Sommige van die coöperaties bouwden commerciële relaties op met bedrijven actief in België. Voor een rondje langs enkele van die projecten maken we tussenstops in Burundi, Vietnam, Burkina Faso, Peru, Ivoorkust en Zuid-Afrika.

Burundi: COCOCA

‘Horamama’ zingen Burundese boerinnen op weg naar het veld. Het woord betekent zoveel als ‘moed’ of ‘kracht’, maar vandaag is Horamama ook de merknaam van de koffie van COCOCA, een unie van 39 coöperaties verspreid over het hele land. Met de hulp van een aantal donoren en grote klanten groeide COCOCA de voorbije jaren uit tot een
stevige speler op de Burundese koffiemarkt.

Tussen 2014 en 2017 financierde TDC zowel de versterking van het beheer van de unie en van een aantal van haar coöperaties als de verbetering van de kwaliteit van hun arabica. Maar liefst 2500 boeren volgden sessies rond duurzame teeltwijzen. In 2014 exporteerde COCOCA 4 containers Fairtradekoffie van drie gecertificeerde coöperaties. In 2017 hadden al 17 coöperaties een certificaat en werden 21 containers verkocht aan Fairtradevoorwaarden. In diezelfde periode steeg het volume verkochte koffie van 350 naar 12.000 ton, ongeveer 15 % van de totale Burundese koffieproductie.

Marketingcoaching

In 2016 solliciteerde COCOCA ook voor deelname aan het marketing coachingprogramma. In 2017, 2018 en 2019 ging een TDC-coach vier keer ter plaatse voor telkens een sessie van een week. Omdat de unie coöperaties heeft over het hele land en de kwaliteit de voorbije jaren flink opgeschaald is, kan de organisatie nu voldoende grote volumes leveren van verschillende soorten kwaliteitskoffie en intussen ook van premiumkoffies.

Die denkoefening leidde tijdens de tweede sessie tot een marketingplan dat als streefdoel had om tijdens het oogstseizoen 2018-2019 minstens 100 containers te exporteren, waarvan 60 met gecertificeerde koffie (vooral Fairtrade en Utz), premiumkoffie of Café des Femmes (een specifieke ‘vrouwenkoffie’, geproduceerd door vrouwelijke leden). 

Twaalf containers

Een van die bestaande klanten is Colruyt. Vandaag koopt Colruyt alle Burundese bonen voor haar blends bij COCOCA, goed voor 230 ton of twaalf volle containers per jaar. Voor Colruyt is dit een mooi voorbeeld van een ‘ketenproject’, waarbij het doel is boerenorganisaties via een langdurige samenwerking sterker te maken en zo de keten van producent tot consument te verduurzamen. Samen met de boeren koos Colruyt in 2017 voor een vaste prijs. Zo hebben zij een gegarandeerd inkomen en hoeven ze hun bonen niet onder de prijs te verkopen. Daarnaast krijgen ze een specifieke premie per ton koffiebonen, los van de prijsschommelingen op de markt. Eind 2015 bezocht een delegatie van COCOCA de koffiebranderij in Halle en begin 2017 mochten Burundese boeren op werkbezoek bij Colombiaanse collega’s, wat leidde tot een gezamenlijke blend voor Spar.

Daarnaast is ook de Collibri Foundation, een bedrijfsfonds van Colruyt dat vooral inzet op onderwijsprojecten, al jarenlang actief in Burundi. Sinds 2016 worden in samenwerking met twee koffiecoöperaties van COCOCA 100 jongeren uit de gemeenschappen van koffieboeren begeleid richting een job. 

Droogmolen

Een belangrijke stap voor COCOCA was de bouw en de ingebruikname van een eigen koffieverwerkingsfabriek in 2016. Vroeger was de coöperatie afhankelijk van derden voor het verwerken en stockeren van koffiebonen. Nu is ze in staat de hele keten van koffiebes tot exportklare groene koffie zelf te beheren. Dit kwam ook de kwaliteitscontrole en de
traceerbaarheid ten goede. De productiesite kreeg de naam Horamama en is de eerste in Burundi met een eigen droogmolen. De prefinanciering kwam van de Belgische sociale investeerder Kampani.

2019-20 wordt een beslissende oogstperiode voor Cococa en Horamama want ze moeten aan hun internationaal cliënteel tonen dat ze niet alleen capabel zijn om kwaliteitskoffie te produceren, maar ook om het te verwerken en tijdig te leveren. Dit bleek immers nog een moeilijk punt. Daarom focuste de derde en vierde marketing coachingsessie van het Trade for Development Centre vooral op het contact met de klanten. Andere punten die behandeld werden, waren de traceerbaarheid (om aan de vraag van klanten te voldoen is het vaak nodig de oorsprong van de loten te traceren tot op het niveau van de individuele producent) en het uitwerken van een business plan voor de projecten rond het roosteren van koffie en lokale verkoop.

EGO

Een andere Belgische handelspartner van COCOCA is Efico. Deze belangrijke trader van groene, ruwe koffie draagt duurzaamheid en een goede band met koffiecoöperaties hoog in het vaandel. In 1987 behaalde het bedrijf als eerste in België het Fairtradelabel. De laatste tien jaar is hun aandeel duurzaam gecertificeerde koffie (bio, Rainforest Alliance, Fairtrade en UTZ) gestegen van 13 naar 53%. In 2018 kocht het bedrijf zo’n 85% rechtstreeks bij coöperaties of lokale exporteurs.

Ook Efico heeft een bedrijfsfonds, de Efico Foundation, met projecten die focussen op kennisoverdracht, een duurzaam inkomen voor de koffieboeren en maatregelen voor adaptatie en mitigatie in de koffieregio’s omwille van de klimaatverandering. Een van de projecten van de Efico Foundation is EGO, dat begin 2018 van start ging in samenwerking met COCOCA en medegefinancierd wordt door DGD (de Belgische ontwikkelingssamenwerking). Twee nieuwe ‘leercentra’ moeten een plek worden waar boeren permanent terecht kunnen voor vorming en begeleiding rond duurzame teeltpraktijken. Op die manier kunnen nog meer duurzame certificaties behaald worden. Per regio zal gewerkt worden aan een eigen smaakprofiel zodat COCOCA die diversiteit nog beter in de markt kan zetten.

“Voor ons zijn de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties, en dan vooral SDG 12 rond verantwoorde productie en consumptie, een belangrijke leidraad”, benadrukt Katrien Delaet, Head of Sustainability van Efico. “Met de projecten van onze foundation streven we naar een multi-actoraanpak met diverse spelers binnen de keten. Daarbij is de toegevoegde waarde van Efico onder andere een stabiele, commerciële relatie op lange termijn. Dat is een traditie van het huis: boeren kansen geven om aan hun kwaliteit te werken en te groeien, zodat ze autonoom hun organisatie kunnen uitbouwen.”

Hoop

COCOCA is zeker geen alleenstaand geval. Zowel in Oeganda, Rwanda, Burundi, Tanzania als in DR Congo ondersteunde TDC de voorbije jaren koffiecoöperaties die vandaag exporteren naar tal van Belgische ondernemingen zoals Efico, Supremo, Coffee team, 32aCup, RIVS, Briz en Oxfam-Wereldwinkels. “De export van koffie heeft voor werk en inkomen gezorgd en dus voor hoop. Het beste bewijs? Ex-soldaten en rebellen die de wapens neerleggen voor koffiestruiken,” getuigt Joachim Mungana, voorzitter van SOPACDI, een koffiecoöperatie in Zuid-Kivu.

Vietnam: NAPP

Hoewel cacao reeds in de 19de eeuw door de Fransen in Vietnam geïntroduceerd werd, bleef de productie meer dan een eeuw marginaal. Pas in 2000 kwam er een overheidsplan om de teelt in verschillende regio’s te stimuleren. Voorlopig blijft Vietnam een kleine speler op de cacaomarkt, maar het potentieel is er. Ook voor Fairtradecacao, dachten ze enkele jaren geleden bij NAPP (Network of Asia and Pacific Producers), de koepel van Fairtradegecertificeerde producentengroepen in Azië. Want in de centrale hooglanden van de Vietnamese provincies Dak Lak en Dak Nong gaat het om kwetsbare boerenfamilies, deels behorend tot etnische minderheidsgroepen. De strategie van NAPP is boeren samenbrengen in coöperaties, vorming geven rond duurzame productiemethoden en hen op weg zetten naar een certificatie.

450 families

In de Vietnamese economie speelt de overheid een sleutelrol, daarom was NAPP heel blij dat de Vietnam Cooperative Alliance geïnteresseerd was om partner te worden binnen het door TDC gefinancierde project. De eerste stap was het identificeren van cacaocoöperaties met potentieel.

De coöperatie Ea Kar kende het concept fair trade al vanuit de koffiesector, Krong Nong en Thanh Dat nog niet. Samen vertegenwoordigen zij ongeveer 450 families. In de loop van 2016 werden een aantal trainingssessies gegeven rond de standaarden. Inmiddels hebben de drie coöperaties auditeurs over de vloer gekregen en produceren zij 500 ton Fairtradegecertificeerde bonen.

Cacao-Trace

Een bedrijf dat de weg naar Vietnamese cacao alvast gevonden heeft is het Belgische Puratos. Deze groep levert een breed assortiment producten aan bakkers, patissiers en chocolatiers en lanceerde in 1988 het merk Belcolade, inmiddels uitgegroeid tot een kwaliteitslabel voor Belgische chocolade. In 2016 startte Puratos de Next Generation Cacao Foundation op. Dit fonds investeert in de sociale en economische ontwikkeling van cacaoboeren en -gemeenschappen die deel uitmaken van Cacao-Trace, een project dat intussen opgestart is in Vietnam, Ivoorkust en de Filippijnen. Het eerste concrete resultaat is ‘Vietnam 73’, een pure chocolade op basis van Trinitariobonen van Vietnamese boeren.

Het Cacao-Trace programma geeft de boeren landbouwtraining. Hun bonen kunnen ze afleveren in lokale naoogstcentra, waar het bedrijf het fermentatieproces zelf in handen neemt met het oog op een hoge kwaliteit en een consistente smaak. Cacao-Trace betaalt de boeren een extra premie, gelinkt aan de kwaliteit die ze leveren. Daarnaast is er nog de ‘chocoladebonus’: per verkochte kilo chocolade hier in Europa betaalt Cacao-Trace een chocoladebonus van € 0,10 terug aan de cacaoboeren. Op die manier wil Puratos werken aan een eerlijkere winstverdeling binnen de hele keten.

Burkina Faso: COOPAKE

Een halve eeuw geleden sloegen negen mangoproducenten in het westen van Burkina Faso de handen in elkaar om hun oogst beter te kunnen verkopen. Dat lukte pas echt goed toen ze halverwege de jaren 90 met ovens hun mango’s gingen drogen. Van 2015 tot 2017 steunde TDC hun coöperatie COOPAKE. Zowel de opslagruimte voor de aangevoerde mango’s, de lokalen waar ze geschild worden, de dertien droogovens als de verpakkingsruimte werden met het beschikbare budget gemoderniseerd.

Maar daarmee zijn de problemen niet opgelost. Het gebrek aan regen zorgt soms voor een lage mango-oogst. Daarom is de coöperatie al langer bezig met het diversifiëren van zijn activiteiten. Sesam, cashewnoten en hibiscus zijn culturen die wijdverspreid zijn in de hele gordel ten zuiden van de Sahel. Om die diversificatie te doen slagen stelde COOPAKE zich kandidaat voor het marketingprogramma van TDC. Van 2016 tot begin 2018 trok een marketingcoach vier keer naar Burkina om samen met de verantwoordelijken van de coöperatie te brainstormen en aan de slag te gaan.

Doorbraak

Een belangrijke doorbraak waren de contacten met Ethiquable, een Frans coöperatief bedrijf dat heel actief is op de Belgische markt. Niet in het minst omdat Ethiquable een langetermijnrelatie met COOPAKE ambieert, de diversificatie volop steunt en een prefinanciering van 40% hanteert bij bestellingen.

Ethiquable investeerde ook in de verwerking van de sesam tot sesamolie in een Frans artisanaal bedrijf, verkoopt intussen een sap op basis van hibiscus (vermengd met lychees uit Madagascar) en heeft ook plannen met geroosterde cashewnoten.  

Peru: Cepicafe

Een vergelijkbaar verhaal, maar dan op veel grotere schaal, vinden we in Peru. In het uiterste noorden van het land ligt de provincie Piura. Twee decennia terug verenigden 200 koffieboeren zich hier in de coöperatie CEPICAFE. Hun kwaliteitskoffie vond zijn weg – en vindt vele jaren later nog steeds zijn weg – naar Oxfam Fair Trade.

De westelijke flank van de Andes is echter een regio die zwaar getroffen wordt door de klimaatverandering. Mede daardoor werden de boeren aangespoord om te diversifiëren naar bijvoorbeeld cacao en suiker. In 2005 richtte CEPICAFE samen met andere boerenorganisaties uit de regio NORANDINO op. Die koepelcoöperatie is inmiddels uitgegroeid tot een groot huis met vele functies: een basis-democratische boerenbeweging die sterk inzet op sociale organisatie en op overtuigende wijze de principes van agro-ecologie promoot, een spaar- en kredietcoöperatie met formules voor microfinanciering en een commerciële organisatie die markten zoekt voor de producten van zijn leden.

Spectaculaire evolutie

Tussen 2010 en 2014 steunde TDC CEPICAFE met de opstart van zijn cacao-activiteiten. Verschillende projecten in de provincies Piura, Tumbes en Amazonas bestreken een brede waaier aan initiatieven met als rode draad het versterken van de logistieke organisatie en het verbeteren van de kwaliteit van de lokale cacaovariëteit, de criollo porcelana. Boeren werden opgeleid, interne controlesystemen opgezet, ophaalpunten gebouwd, bio- en Fairtradecertificaties behaald en plannen voor het opzetten van een eigen verwerkingseenheid bestudeerd.

In 2014 breide TDC nog een vervolg aan dit project door 850 nieuwe families te betrekken, waarvan 200 uit een armere regio met een zeer zwakke  infrastructuur. Dankzij al die inspanningen wist CEPICAFE zijn commerciële relaties te versterken met belangrijke importeurs in Europa en de VS die volop voor kwaliteitscacao kiezen en hiervoor een extra premie betalen.

Referentie

Ook Ethiquable was al die jaren nauw betrokken bij de spectaculaire evolutie die CEPICAFE / NORANDINO doormaakten. “Vandaag is NORANDINO voor ons een geprefereerde handelspartner en een referentie op vlak van fermentatieprocessen en kwaliteitscontrole ”, vertelt Nicolas Eberhart, Latijns-Amerikacoördinator van Ethiquable. “Sinds 2015 hebben we ons ook geëngageerd in de verwerkingseenheid die binnenkort van start gaat. Daardoor kunnen de coöperaties hun bonen zelf verwerken tot vloeibare cacaomassa. We denken er sterk aan ook de cacao van al onze Ecuadoriaanse partners in deze fabriek te verwerken. Trouwens, volgens onze berekeningen belandt 75% van de FOB-prijs rechtstreeks bij de producenten, geen enkele van onze cacaopartners scoort beter.” Ook de bekende Belgische chocolademaker Belvas bevoorraadt zich bij NORANDINO.

Ivoorkust  

Marché cadenassé

In Ivoorkust, veruit de grootste cacaoproducent ter wereld, spreekt men over de cacaoketen als een marché cadenassé, een markt die heel gereguleerd en gesloten is. De hoofdrol is voor de Ivoriaanse overheid. Die bepaalt voor elke oogstperiode niet alleen de minimumprijs voor de boer, maar ook wie mag exporteren. Grote cacaoverwerkende bedrijven als Olam, Cargill of Barry-Callebaut hebben zich daarom de voorbije jaren proberen verzekeren van voldoende aanvoer door heel aanwezig te zijn op het terrein.

Wat dat betekent voor de tientallen cacaocoöperaties in het land was voor TDC-marketingcoach Christine Englebert meteen heel duidelijk. “De markt is geblokkeerd. Met hen nadenken over marketing ging dan ook niet zozeer over het prospecteren van nieuwe klanten, maar over het consolideren van de bestaande relaties en alles wat daarvoor nodig is. Want vaak zijn ze heel afhankelijk van hun huidige klant, ook voor de financiering van hun werking.”

Oefeningen en rollenspelen

Begin 2017 selecteerde TDC acht Ivoriaanse coöperaties voor een marketingtraject bestaande uit drie modules van telkens een week. De vragen die bovendreven waren overal min of meer dezelfde: hoe kunnen wij als coöperatie ons als een betrouwbare partner presenteren? Wat is daarvoor nodig? Wat is het nut van certificaties als Fairtrade of Utz? En vooral: hoe kunnen wij als kleine coöperatie leren omgaan met een grote cacao-trader? Hoe redeneert zo’n multinational? Hoe moeten wij met hen communiceren? Welke argumenten kunnen wij gebruiken? Hoe voeren we best een gesprek en op welke manier kunnen we dat voorbereiden? “

Via oefeningen en rollenspelen heb ik geprobeerd hen zelf antwoorden te laten zoeken op al die vragen”, vertelt Dominique Derom, die twee coöperaties coachte. “Dat gaat soms over heel concrete dingen. Zij zijn bijvoorbeeld gewoon dat de president van de coöperatie het woord voert. Maar dat is niet altijd inhoudelijk de sterkste persoon. Zoiets heb ik geprobeerd te doorbreken. Als ze met drie naar een gesprek gaan, is het beter dat ze alle drie hun sterke kanten uitspelen en aan het woord komen.”

Professioneler

Over de impact van die aanpak heeft Dominique een mooie anekdote: “YEYASSO is een coöperatie in een vrij afgelegen gebied in het westen van het land, tot voor enkele jaren een onstabiele regio omwille van de burgeroorlog. Vroeger was het bij uitstek een koffiestreek, mede door de klimaatverandering wordt cacao steeds interessanter. Het is een relatief grote coöperatie met OLAM en Barry-Callebaut als klanten, maar met een surplus aan cacao waarvoor ze extra kopers zoeken.

Tijdens de sessies hebben we gewerkt aan hun verkoopsverhaal. We hebben dat ook in de praktijk geoefend en uitgetest, tot een gesprek met Cargill toe. Achteraf heb ik van iemand van Barry-Callebaut gehoord dat ze daar het verschil beginnen zien. De manier waarop de verantwoordelijken van de coöperatie zich op het gesprek voorbereid hadden, hoe ze luisterden en interageerden, het was allemaal heel wat professioneler.”

Zuid-Afrika: Fair Trade Tourism

Rond 2000 had de Zuid-Afrikaanse ngo Fair Trade Tourism (FTT) het ambitieuze plan om een eerlijk certificeringssysteem uit te werken voor toerisme, gebaseerd op criteria als eerlijk loon, waardige werkomstandigheden, een correcte verdeling van de inkomsten, respect voor het milieu en eerbied voor culturele eigenheid. Er gaat ook speciale aandacht naar de Zuid-Afrikaanse context, met thema’s als het opleiden van zwarte arbeiders, medebeheer door zwarten en sensibilisering voor hiv en aids. Bijna twee decennia later telt het land 79 gecertificeerde ‘producten’, zoals hotels, lodges, maar evengoed avontuurlijke activiteiten.

In 2013 financierde TDC een studie om de opportuniteiten voor FTT-gecertificeerde reizen op de Europese markt te onderzoeken. Touroperatoren mogen een rondreis FTT-approved noemen wanneer minstens 50% van de overnachtingen of de activiteiten FTT-gecertificeerd is. In 2017 stond de teller op 38 Zuid-Afrikaanse en 21 Europese touroperators. Hierbij ook Zuid-Afrikareizen uit Brecht die TDC met FTT in contact bracht. Zij mogen zich vandaag de eerste Belgische touroperator noemen met twee fairtradereizen in zijn aanbod. TDC ondersteunde FTT verder in zijn strategie om het aantal gecertificeerde toeristische producten in Zuid-Afrika te vergroten en uit te breiden naar de hele zuidelijk Afrikaanse regio.

Bronnen:
Verslagen en rapporten van TDC.
Burundi
Colruyt: Een boontje voor Burundese koffie, 6/4/2018, https://www.colruytgroup.com/wps/portal/cg/nl/home/verhalen/ketenproject-koffie-Burundi/ketenproject-koffie-Burundi
Collibri Foundation: Burundi: werken met koffie-coöperatieven, https://www.collibrifoundation.org/nl/story/burundi-werken-met-koffie-co%C3%B6peratieven
Kampani: www.kampani.org
Efico: www.efico.com en www.eficofoundation.org
Vietnam
https://fairtrade-commerceequitable2.blogspot.com/2018/12/tdc-supports-cocoa-producers-in-vietnam.html
Puratos: www.cacaotrace.com
Burkina Faso
COOPAKE: coopake.com
Ethiquable: www.ethiquable.coop/page-dactualites-mag/nouvelle-cooperative-burkina-faso.
Peru
Norandino: www.coopnorandino.com.pe
Ethiquable: http://www.ethiquable.coop/fiche-producteur/norandino-commerce-equitable-perou-cacao-cafe-fruits
Ivoorkust
De menselijke aanpak is cruciaal”, Marketingcoaches van het Trade for Development Centre aan het woord over hun ervaringen in Ivoorkust, www.befair.be
Zuid-Afrika
Fair Trade Tourism: www.fairtrade.travel
Foto’s
Hoofd: Ivoorkust – Dominique Derom
1. Cup tasting – COCOCA
2. Koffiebonen – COCOCA
3. NAPP
4. Ethiquable
5. Belvas
6. Fair Trade Tourism
 
 
 
 
 
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.