"Het is niet onze ambitie om het hele land te bevoorraden maar wel om lokaal te blijven."
Nathalie Ghysen Tweet
Nathalie en haar man Wassi besloten om zo weinig mogelijk tussenpersonen in te schakelen tussen Parakou (Benin) waar ze hun karitéboter vandaan halen en Sombreffe (België) waar hun cosmetica en zepen worden gemaakt. Op die manier kunnen ze het productieproces beter beheren en de vrouwen die de karitéboter produceren beter betalen. Mede daardoor kunnen ze van hun natuurlijke cosmetica een zeer hoogwaardig assortiment maken.
Wanneer we contact opnemen met Nathalie Ghysen, is ze net terug van een hele reeks kerstmarkten in de regio. Zij en haar man Wassi wonen in Sombreffe, in het hartje van Wallonië, tussen Charleroi en Namen. Daar hebben ze in 2015 Kari’T Care gelanceerd. Dat is een familieatelier voor natuurlijke cosmetica, vaste shampoos en koude zepen die ambachtelijk en ethisch worden vervaardigd.
Het blijft in de familie
“Mijn man komt uit Benin,” vertelt Nathalie, “We wilden samen werken aan een authentiek product, karitéboter, ook wel galamboter of shea butter genoemd. Mijn man kan dit product ‘aan de bron’ krijgen in het dorp Parakou, waar de vrouwelijke karitéproducenten werken en waar ook zijn meter vandaan komt en actief is. Vóór ons partnerschap hadden de vrouwen in Parakou al een kleine coöperatie die karitéboter verkocht aan Franse importeurs. We zijn van daaruit begonnen met het opzetten van onze samenwerking.”
Nathalie ging naar Frankrijk om twee weken lang een opleiding tot zeepmaker te volgen. Toen ze terugkwam, gingen zij, haar man en haar moeder die apotheker is aan het werk: “Met de Europese normen die we moesten naleven, de recepten van onze producten die moesten worden goedgekeurd en worden getest door een toxicoloog, de indeling van de werkruimte volgens de ISO-normen, de registratie bij het antigifcentrum … heeft het ons uiteindelijk twee jaar gekost om Kari’T Care uit de grond te stampen”. Nathalie was gemotiveerd om verschillende redenen: “In mijn vorige job was ik medisch afgevaardigde. De verzorgingsproducten die we in ons gezin gebruikten, stemden mij tot nadenken. Mijn zoon ontwikkelde op dat moment allergieën voor de meeste zepen. We realiseerden ons dat ze gemaakt waren van palmolie, een product dat ook nog eens belastend is voor het milieu”, zegt ze, “terwijl karitéboter zijn eczeem kalmeerde”.
Karitéboter ter vervanging van palmolie
In feite wordt palmolie gebruikt om zepen hun harde vorm te geven: “Wat de meeste mensen niet weten, is dat traditionele Marseille-zeep (zogenaamde heet verzeepte zeep) veel palmolie bevatten”. Op de etiketten, in de lijst van ingrediënten, staat ‘natriumpalmaat’ vermeld: “De industriëlen vervangen deze term, die voor steeds meer consumenten te suggestief en vertrouwd is geworden, nu door ‘sodium palm kernelate’, maar het is nog steeds dezelfde verzeepte palmolie …”. Biologische palmolie kost 0,66 euro per kilo in de sector, terwijl karitéboter 24 keer duurder is (ongeveer 16 euro per kilo). “Dat is één verklaring waarom onze zepen duurder zijn”.
“Omdat we op de hoogte zijn van de mistoestanden rond het gebruik van palmolie in alle industriële toepassingen, hebben we gekozen voor ruwe karitéboter, die de zeep ook hard maakt en een deel van de eigenschappen ervan bewaart, op voorwaarde dat ze koud verzeept wordt”. Dat is een andere verklaring voor de hogere kosten van ambachtelijke zeep: “Er komt bij deze methode meer werk kijken.” Bij de gewone zeepbereiding worden de oliën verwarmd tot 100 graden om het verzepingsproces te versnellen: “Het negatieve effect is dat de zeep haar eigenschappen verliest. Bovendien veroorzaakt een wasfase, met zout water van het overtollige soda, vervuiling van het water in de omgeving. Daarom hebben we besloten om koud te werken om de eigenschappen van onze grondstoffen niet te veranderen en geen verontreinigende lozing in het milieu te veroorzaken. Maar dit maakt het droogproces wel langer omdat het gebeurt via verdamping van dit restwater.” In tegenstelling tot de gebruikelijke zeepproductie is het productieproces hier dus ‘zero waste’.
“Wij zijn niet van plan om buitensporig veel te groeien”
Om te beginnen had Kari’T Care grote investeringen nodig: “Aan ons huis was een schuur die we aan de ene kant hebben omgebouwd tot een laboratorium en aan de andere kant tot een showroom”. Nathalie en haar man werken daar fulltime: “We produceren één keer per week samen. In één dag maken we tachtig kilo zeep. Een andere dag produceren we de oliën en crèmes samen met mijn moeder en beheren we de verpakking. En één keer per week komt iemand ons ook helpen om alles schoon te maken en te desinfecteren. De rest van de tijd wordt besteed aan administratief werk. De administratieve rompslomp is erg omslachtig in onze activiteitensector, omdat we al onze ingrediënten moeten ‘traceren’ vanaf de aankomst van de grondstoffen tot aan de verkoop van de eindproducten”.
Wat zijn hun ambities voor de toekomst? “We willen graag iemand inhuren om ons te helpen, maar we willen niet te veel groeien, het is niet onze ambitie om het hele land te bevoorraden maar lokaal te blijven”, preciseert Nathalie.
Geen van de 80 verkooppunten van Kari’T Care liggen op meer dan 100 kilometer van Sombreffe: “De enige uitzondering zijn twee e-shops: die van een Belgische retailer die producten verzendt naar Frankrijk en die van ons die we gratis aangeboden kregen. Maar onze online shop is niet erg uitgebreid en we maken er geen reclame voor. Ik ben geen fan van online verkoop, het is geen goede zaak voor de winkeliers”. Kari’T Care promoot werken met lokale winkels: “We kennen al onze verkopers, en zij kennen ons. We doen onze leveringen zoveel mogelijk zelf. Verder weigeren we om met een groothandelaar te werken. De marge die hij neemt, zou onze marge drastisch verlagen of de detailhandelsprijs verhogen. De missie van Kari’T care is het beperken van de tussenpersonen tussen de karitéproducenten in Benin en de productie van cosmetica, vaste shampoos en zepen in België. We leggen deze aanpak rechtstreeks uit aan de consumenten die de ambachts- en designermarkten bezoeken”, zegt Nathalie.
“De vrouwen die karité produceren kennen de prijs van hun werk beter dan wij”
Het is onze aanpak dat we werken met vrouwelijke producenten die zelf de prijzen bepalen: “Zij kennen de markt en het harde werk beter dan wie dan ook. Het is aan hen om te beslissen over de prijs. Uiteindelijk betalen we ze twee keer de marktprijs.” Waar komt dat grote verschil vandaan? “In feite betalen we voor de inzamelfase van de kariténoten, en vervolgens voor het werk dat de verwerking van de noten vergt. We houden ook rekening met de weersomstandigheden die van invloed zijn op de gewassen en de opbrengst van de karitébomen”.
“Karitéboter maken is vermoeiend”, gaat Nathalie verder, “Het is een werk van lange adem. Om de vrouwen te helpen, dachten we hen een karnmachine te kopen, maar dat wilden ze niet. Het karitéseizoen is een feest in vergelijking met de rest van het jaar. Er is een ritueel aan verbonden om de boom te bedanken die zijn vruchten heeft gegeven en de productie is zeer seizoensgebonden. We respecteren deze tradities natuurlijk, want daarop is de kwaliteit van onze boter gebaseerd: we nemen de tijd om het goed te doen”. Door deze knowhow zijn de botermaaksters vandaag de dag enigszins het slachtoffer van hun eigen succes: “Met ons en hun andere klanten doen ze het heel goed. Daarom hebben we besloten om onze karitéboter verder weg te kopen, in Tourou, een ander meer afgelegen dorp waar we samen met de ngo Hope and Peace werken aan de ontwikkeling van een nieuwe waardeketen”.
Rauwe karitéboter blijft het vlaggenschip van hun assortiment: “Samen met de botermaaksters hebben we een techniek gevonden om de eigenschappen ervan te behouden en toch niet, zoals soms het geval is, onwelriekend te zijn. Dit vergt veel werk om de noten te sorteren en te drogen. Dan moeten we de karité per vliegtuig vervoeren, want drie weken in het ruim van een schip is echt niet goed voor het product. Dat is een minpunt voor ons, maar we zijn daar transparant over.” In Sombreffe wordt alles met de hand klaargemaakt: “Wat ook bijdraagt aan de hoge kwaliteit van onze oliën en zepen”.
Bewustwording van de consument
De eerlijke vergoeding waarover Nathalie het heeft met haar klanten, stemt de mensen tot nadenken. Ze merkt een groeiend bewustzijn bij de consument, vooral rond de biologische aspecten: “Toen we begonnen, waren we de anderen voor. Nu verkopen onze zepen goed, maar we hebben een heleboel concurrenten in de sector van de natuurlijke cosmetica. Dat vind ik trouwens een goede zaak. Het betekent dat het grote publiek vragende partij is om de afvalberg te verminderen, om de samenstelling van de producten te kennen. Dat is heel goed, het maakt immers deel uit van de essentie van wat we doen als ambachtslieden.
Hoe kun je je onderscheiden in een concurrerende sector? “Door te blijven zoals we zijn, niet door nog meer te gaan produceren! Kunnen labels helpen? “Waarschijnlijk wel, maar we hebben er niet veel. Biologische labels zijn heel duur: alleen al een bezoek aan de plantages in Benin om de biotoop van de bomen te controleren kost 500 euro. We leggen aan de mensen uit dat biologische karitéboter niet per se beter is. Hoe komt dat? Als de boter geraffineerd is, betekent het dat de extractiemethode slecht is en dat de boter haar eigenschappen heeft verloren.” Kari’T Care is echter lid van de BFTF (Belgian Fair Trade Federation) die de manier van werken van producent tot producent onderstreept en profiteert van een PETA (People for the Ethical Treatment of Animals) vermelding: “Onze producten worden niet getest op dieren, dat is een Europese verplichting. Maar bepaalde grondstoffen uit de chemische industrie kunnen wel getest zijn op dieren. We besteden er dan ook veel aandacht aan om deze grondstoffen te vermijden. We gebruiken geen producten van dierlijke oorsprong (honing, geitenmelk, ezelinnenmelk, enz.), omdat de plantenwereld zo rijk is dat we het zonder dit soort ingrediënten kunnen stellen. We hebben ook besloten om geen kunstmatige kleurstoffen meer te gebruiken die afkomstig zijn van mineralen, ijzeroxide of aluminiumoxide, waarover vele controverses bestaan rond kinderarbeid. In India worden kinderen ingezet om deze mineralen in te winnen … Voor het kleuren van onze zepen en shampoos gebruiken we alleen klei en plantenpoeders. We hebben ook een Slow cosmetica award. Die beloont producenten in de cosmetica-industrie die kwalitatief hoogwaardige producten aanbieden en een ecologische en ethische aanpak volgen”.
Een nieuwe waardeketen ontwikkelen: moringa
Nathalie stelt zich andere doelen dan certificering: “Op de lange termijn zullen we proberen het biolabel te krijgen. Maar op dit moment focussen we liever op de ontwikkeling van een andere sector in Benin: die van de moringaolie. In feite voorziet de karitéboom slechts drie maanden per jaar in het levensonderhoud van de teelsters. Terwijl moringa bijna het hele jaar overspant”. De moringa is een zeer waardevolle boom: “Twee jaar nadat de zaden geplant zijn, geeft de boom al vruchten. We gebruiken de olie uit de zaden voor onze gezichtsproducten omdat de vitaminen A, C en E die moringaolie bevat vochtinbrengende en anti-verouderingseigenschappen hebben. Daarnaast kunnen de teelsters de bladeren oogsten als spinazie (ze zijn zeer voedzaam) en de zaden om het water te zuiveren. Het is in veel opzichten een zeer interessante plant”, zegt een enthousiaste Nathalie.
“We zijn erin geslaagd om er de kost mee te verdienen. Wat kunnen we nog meer doen?” Tot zover de visie van de twee oprichters van Kari’T Care, die nooit stoppen met hun denkoefeningen. Eind 2019 vertrekt Nathalie naar Benin. Het is de eerste keer dat ze de karitébotermaaksters ontmoet: “Tot vorig jaar konden we ons geen twee vliegtickets veroorloven, maar dit jaar boert Kari’T Care goed genoeg zodat ik de vrouwen in Parakou kan ontmoeten. Ik sta te trappelen van ongeduld, het is de eerste keer dat ik karitéboter zal maken. Wanneer ik terugkom, zal ik er veel beter over kunnen praten”.