Diamanten blinken niet altijd. In de jaren 80 en 90 bleven een aantal conflicten in Afrika eindeloos aanslepen omdat de strijdende partijen hun wapengekletter financierden met de verkoop van diamanten.
De bekendste voorbeelden: Angola, Liberia, Sierra Leone en Congo. In een poging deze praktijken een halt toe te roepen, namen de Verenigde Naties verschillende resoluties aan tegen die handel in ‘bloeddiamanten’ en werd in 2003 het Kimberley Process Certification Scheme boven de doopvont gehouden. Als gevolg daarvan is het aandeel conflictdiamanten in de wereldproductie fel geslonken. Maar een aantal ngo’s die aanvankelijk betrokken waren bij het Kimberleyproces zijn er inmiddels uitgestapt, hoofdzakelijk omdat de definitie van ‘conflictdiamant’ veel te eng is. Heel wat spelers binnen de industrie, onder meer het Antwerp World Diamond Centre, de koepelorganisatie van de Antwerpse diamantsector, zijn zich bewust van het imagoprobleem van de sector en steunen daarom de hervormingsagenda binnen het Kimberley Process. Daarnaast ijvert het Antwerp World Diamond Centre ook voor een betere toepassing van due diligence principes in de standaarden van de Responsible Jewellery Council en steunen zij volop het Diamond Development Initiative, een Canadese ngo die jarenlang werkte aan de Maendaleo Diamond Standards, een keurmerk met sociale en ecologische criteria voor kleinschalige projecten in mijngemeenschappen. De eerste koper van Maendaleodiamanten was trouwens het Belgische initiatief My Fair Diamond.
Wat is een diamant?
Diamant is een mineraal dat slechts uit één element bestaat, koolstof. Miljoenen jaren van extreme druk en hitte zijn nodig om diep onder het aardoppervlak koolstof te laten kristalliseren tot ruwe diamanten. Dit gebeurde onder meer in Canada en Rusland, maar vooral in Afrika. Voor zover bekend is diamant het hardste materiaal dat in de natuur voorkomt.
De winning gebeurt ofwel via diepzeemijnen, ofwel in rivierbeddingen of op de oceaanbodem. Dat gebeurt grotendeels door industriële mijnbouwbedrijven waarvan De Beers ongetwijfeld de grootste en bekendste is. Een klein percentage ruwe diamanten, naar schatting 15 à 20% van het totaal, wordt net als bij goud ‘met de hand’ gewonnen door artisanale mijnbouwers.
86% van alle ruwe diamanten wordt verhandeld op de grootste diamantmarkt ter wereld, die van Antwerpen. Slechts een klein gedeelte wordt er ook geslepen, meer dan 90% gaat daarvoor naar India. Nadien keert ongeveer de helft terug om op dezelfde diamantmarkt zijn weg te vinden naar juweliers en consumenten.
Ruwe diamanten moeten geslepen worden om het licht te breken. Nadien blijft er een steen over met een schittering en kleurenspel die op verschillende criteria (de 4 C’s) wordt beoordeeld: cut (slijpvorm), carat (gewicht), clarity (zuiverheid) en colour (kleur). Met het Kimberley Process Certification Scheme en andere standaarden willen bedrijven daar graag een vijfde C aan toegevoegd: ‘clean’. Intussen bestaan er ook lab-gekweekte of synthetische diamanten, die in de toekomst mogelijk de concurrentie aangaan met ruwe diamanten.
Kimberley Process Certification Scheme
Rond de eeuwwisseling zaten overheden, industrie en ngo’s in Kimberley, Zuid-Afrika, samen om te overleggen hoe ze de bloedige gevolgen van de handel in conflictdiamanten konden stoppen. Dit leidde in 2003 tot het keurmerk dat bekend staat als het Kimberley Process Certification Scheme (KP). Vandaag zijn 82 landen betrokken waaronder alle belangrijke spelers in de diamantwereld. Samen met de industrie, vertegenwoordigd door de World Diamond Council, engageren zij zich om enkel diamanten met keurmerk te verhandelen. Met succes, want naar eigen zeggen is diamant vandaag één van de best gecontroleerde grondstoffen ter wereld. In 2000 schatte men het aandeel conflictdiamanten in de wereldhandel nog op 15 procent, vandaag wordt meer dan 99,8 procent van alle geproduceerde diamanten gecertificeerd door het KP. Toen in 2013 in de Centraal Afrikaanse Republiek een burgeroorlog uitbrak, reageerde het KP door het land uit te sluiten.
Ook de ngo’s die de kwestie van de bloeddiamanten hadden aangekaart, stapten aanvankelijk als ‘waakhond’ mee in het Kimberleyproces. Maar in 2011 vond de Britse ngo Global Witness het welletjes nadat certificaten waren uitgereikt aan diamanten uit de Marange-regio in Zimbabwe. Bij de gewelddadige bestorming van het gebied hadden troepen van Mugabe meer dan 200 mijnwerkers gedood, maar volgens de definitie van het KP zijn conflictdiamanten “diamanten waarvan de opbrengst gebruikt wordt door rebellenbewegingen om wettige regeringen omver te werpen”. Mugabe was geen rebellenleider, maar … president. Voor hem waren de inkomsten uit de diamanthandel het perfecte middel om zijn regime overeind te houden.
Het Zimbabwaanse voorbeeld legt een tweede pijnpunt van het KP bloot: landen die zich niet aan de afspraken houden kunnen enkel gestraft worden als alle andere lidstaten met de sancties instemmen. Daar bovenop zegt de Kimberleydefinitie niets over de omstandigheden waarin de diamanten ontgonnen zijn. Helse arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, slavenwerk of ecologische rampen zijn geen criteria om een certificaat te weigeren. Toen de Canadese ngo IMPACT op de koop toe kon bewijzen dat diamanten uit de Centraal Afrikaanse Republiek via smokkel naar Kameroen nog steeds hun weg vonden naar Antwerpen en Dubai, hielden ook zij het in 2017 voor bekeken: “Het certificaat heeft alle legitimiteit verloren. De interne controles die regeringen uitvoeren volstaan niet om een conflictvrije, legale en propere toevoerketen van diamanten te verzekeren. Consumenten worden misleid over waar hun aangekochte diamanten vandaan komen.” Certificaten worden immers niet aan individuele steentjes gegeven, maar aan grote loten ruwe diamanten. Belangrijke spelers in de industrie zoals De Beers pleiten daarom voor een verbeterde verticale traceerbaarheid door middel van blokchaintechnologie (digitale databases).
Intussen wordt intern bij het KP al jarenlang gewerkt aan hervormingen, inclusief de zoektocht naar een uitgebreidere definitie voor de term ‘conflictdiamant’. Vooral Canada, de World Diamond Council en de Civil Society Coalition – met naast 10 Afrikaanse ngo’s en actiegroepen na het vertrek van Global Witness en IMPACT enkel nog het Belgische IPIS – ijveren hard voor het opnemen van mensenrechtenschendingen en ecologische schade in het systeem. Maar de weerstand is groot bij sommige Afrikaanse landen. Blijkbaar vrezen zij bij een formulering richting meer ‘ethische diamanten’ marktaandeel te verliezen. In maart 2019 deden de ngo’s daarom een oproep aan de Verenigde Naties om zich meer te engageren in het hervormingsproces, “opdat KP geen praatbarak blijft en een pijnlijk misbruik van het consumentenvertrouwen”.
Global Witness: globalwitness.org
Impact: impacttransform.org
IPIS: ipisresearch.be
Responsible Jewellery Council
De meeste bedrijven actief in de diamantsector zijn vandaag ook lid van de Responsible Jewellery Council (RJC). Dit initiatief, gestart in 2004, heeft als doel het consumentenvertrouwen in de goud-, diamant- en juwelenindustrie op te krikken door bedrijven aan te zetten tot meer verantwoord ondernemen. Inmiddels telt de internationale organisatie meer dan 1000 leden actief in heel de keten. Zij kunnen zich door RJC laten certificeren op basis van een verplichte standaard (Code of Practices, aangepast in 2019) en een tweede, optionele standaard (Chain of Custody, enkel voor goud en platinum). Begin 2018 waren slechts 48 leden gecertificeerd voor hun Chain of Custody.
Een rapport van Human Rights Watch (HRW) concludeerde in 2018 dat “lidmaatschap van RJC geen garantie is dat goud of diamanten ethisch gedolven of verhandeld zijn omdat niet alleen de standaarden, maar vooral de auditsystemen zwak zijn”. HRW roept RJC dan ook op om verder werk te maken van een betere toepassing van het principe van de ‘zorgplicht’ (due diligence), uitgewerkt door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dit houdt in dat bedrijven maatregelen nemen om risico’s op vlak van mensenrechten, milieu en gezondheid binnen hun toevoerketen te beperken. Maar vooral roept HRW de sector op om meer transparant te communiceren. Vandaag zijn slechts weinigzeggende samenvattingen van de RJC-audits publiek. Steeds meer bedrijven begrijpen die bezorgdheid en zetten stappen in de richting van meer zelfonderzoek binnen hun toevoerketen en meer transparantie. Voorbeelden zijn Kalahari Dream (Botswana) en CanadaMark.
Human Rights Watch
Kalahari Dream : kalaharidream.com
CanadaMark: www.canadamark.com
Antwerp World Diamond Centre
Om de strijd aan te gaan met het negatieve imago van de diamantwereld publiceerde het Antwerp World Diamond Centre (AWDC), de koepelorganisatie van de Antwerpse diamantsector, in 2018 zijn tweede duurzaamheidsrapport. Dat stelt dat de sector maar een toekomst heeft als de 4 C’s van een diamant (carat, color, cut and clarity) aangevuld worden met een vijfde C: die van commitment to Compliance and CSR (Corporate Social Responsability). Daarom werden de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties ook als richtlijnen gebruikt voor het schrijven van het rapport.
In de eerste plaats engageert AWDC zich voor de volledige hervormingsagenda binnen het Kimberley Process. Ari Epstein, CEO van AWDC: “Wij blijven ijveren voor gefaseerde maar ambitieuze hervorming. Consumenten verwachten niet alleen dat diamanten conflictvrij zijn, ze willen ook dat we een positieve impact hebben in de gebieden waar ruwe diamanten gedolven worden.” Daarom organiseert AWDC ook trainingen voor verantwoordelijken uit diamantproducerende landen en ondersteunt het een verbeterde toepassing van due diligence principes in de nieuwe standaard van het Responsible Jewellery Council.
Bovendien is AWDC ook een van de steunende partners van het Diamond Development Initiative (DDI) met zijn Maendaleo Standards en werkt het aan een project om, naar analogie met My Fair Diamond, een directe, ethische keten op te zetten vanuit mijngemeenschappen in Guinee.
Diamond Development Initiative
Naar schatting 15 à 20% van de totale hoeveelheid verhandelde diamanten wordt gewonnen door artisanale mijnbouwers. Samen zijn dat ongeveer 1,5 miljoen Afrikanen – en in mindere mate ook Latijns-Amerikanen – die hard, vuil en gevaarlijk werk doen in ruil voor extreme armoede. Vaak staan ze de hele dag in stilstaand water, zoekend naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg. Wie het geluk heeft iets te vinden krijgt vervolgens te maken met uitbuiting en soms ook geweld.
Tot zover de beschrijving van de situatie door het Diamond Development Initiative (DDI), een in Canada gebaseerde ngo met steun vanuit de academische wereld, overheden en belangrijke spelers uit de diamantwereld (zoals De Beers of het Antwerp World Diamond Centre). Sinds 2005 ijveren zij ervoor om dit soort ‘informele’ mistoestanden om te zetten tot ‘formele’ economische activiteiten. Op die manier krijgen werknemers “toegang tot informatie en instrumenten om met waardigheid te werken binnen bloeiende, zelfvoorzienende gemeenschappen”. DDI ondersteunt projecten om mijnwerkers en lokale handelaars een legale status te geven en associaties en coöperaties op te richten. Die kunnen vervolgens ondersteund worden met trainingen rond veiligere en meer duurzame mijntechnieken met onderwijsinitiatieven voor de kinderen van de mijnbouwers en projecten om na uitputting van een site het gebied te saneren en opnieuw landbouw mogelijk te maken.
In april 2019 lanceerde DDI officieel, na een jarenlange testperiode bij verschillende mijngemeenschappen in Sierra Leone, zijn Maendeleo Diamond Standards (MDS). ‘Maendeleo’ is Swahili voor ‘ontwikkeling en vooruitgang’. Maendaleodiamanten zijn gecertificeerde diamanten uit conflictvrije zones (door het Kimberley Process erkend) die door kleinschalige mijnbouwers opgedolven zijn en die aan een reeks sociale en ecologische criteria voldoen. Door deze diamanten traceerbaar te maken kunnen ze ook beantwoorden aan de consumentenvraag naar meer ethiek in de sector. De industrie heeft zich, bij monde van de voorzitter van de World Diamond Council, al herhaaldelijk positief uitgelaten over deze stap.
De eerste Maendaleodiamanten werden eind 2017 aangekocht door het Belgische project My Fair Diamond.
My Fair Diamond
My Fair Diamond is een project dat in 2015 werd opgericht door twee Belgische ondernemers die bedrijven adviseerden rond ethisch en maatschappelijk verantwoord ondernemen onder de naam CAP Source. Zij gingen op zoek naar ethiek in de diamantketen en kwamen terecht bij Farandu, een artisanale mijn in Sierra Leone waar ook het Diamond Development Initiative actief is. “We zijn er zelf naartoe gegaan en hebben zelf de diamanten gekozen en aangekocht onder de criteria van de Maendaleo Standards”, vertelt Marie d’Huart, een van de initiatiefneemsters. “Zo zijn we zeker dat er toegevoegde waarde gecreëerd wordt voor de lokale gemeenschappen en families, er een eerlijke verloning is en geen dwang- of kinderarbeid.
De ringen waarin de diamanten verwerkt zijn, hebben we laten maken van Fairmined goud, om onze steun aan ethische kleinschalige mijnen te beklemtonen. De stap van advies naar productie was voor ons een groot avontuur. Sommigen verklaarden ons gek en dachten dat het niet zou lukken. Maar we richten ons tot een nichepubliek dat wél verandering wil, en die niche wordt steeds groter.”
Foto’s