TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Chéry Faso: rechtstreekse eerlijke handel met Afrikaanse vrouwen

“De eerste keer dat ik in Boni van de bus stapte, keek de chauffeur vreemd op,” herinnert Trui Rachels zich. Maar de bewoners van het Burkinese dorp zagen het meteen zitten om met haar samen te werken.

Zo ontstond Chéry Faso: een vzw die via pure karitéboter het authentieke verhaal van Afrikaanse mama’s vertelt. Trui deelt maar wat graag haar ervaringen.

Een juister beeld van Afrika

Chéry Faso’s bezieler Trui Rachels groeide op met een sterke interesse voor Afrika. Op haar achttiende reisde ze er voor het eerst heen. Die reis maakte van haar interesse een ware passie. “

In Ghana voelde ik hoeveel kracht er van dat continent uit ging. En hoe krachtig de mensen er zijn, zeker de vrouwen. Het Afrika dat ik ontdekte, was helemaal anders dan het beeld dat de meeste mensen in België ervan hadden. Daar moest en zou ik iets aan veranderen.”

Als prille twintiger richtte Trui haar eerste vzw op. Het doel: een positief verhaal vertellen aan de hand van fijne producten. Precies wat ze vandaag, met Chéry Faso, nog altijd doet. “Toen verkocht ik juwelen en gebruiksvoorwerpen uit Afrika. Maar toen ik alleenstaande mama werd, besloot ik het professioneler te gaan aanpakken. Zo vulde ik de eenzame momenten thuis met mijn passie voor Afrika én kon ik het verhaal van de sterke Afrikaanse mama’s nog beter in de kijker zetten. Ik ging op zoek naar een product dat iedereen kan gebruiken en blijven gebruiken. Zo kwam ik al snel bij karitéboter uit.”

Karité: het goud van de Afrikaanse vrouw

In West-Afrika noemen ze karité ‘het goud van de vrouwen’. Zeker in Burkina Faso, waar Trui haar karitéboter haalt, is het een echt basisproduct. “Vrouwen verzamelen samen de kariténoten en verwerken die tot boter die ze voor van alles en nog wat gebruiken. Als lichaamsverzorging, uiteraard, maar ook om mee te koken. Een Burkinese vrouw moet karitéboter kunnen maken. Dat behoort zelfs tot de initiatierituelen van meisjes die vrouw worden.”

Bovendien wordt in Afrika algemeen aanvaard dat vrouwen zelf de opbrengst van hun karitéproductie beheren, dat is er traditie. Voor de meeste andere gewassen ligt dat anders: ook wanneer vrouwen het grootste deel van het werk verzetten, komt de opbrengst bij de mannen terecht.

Op zoek naar partners

Trui Rachels: “Karité sloot perfect aan bij het verhaal dat ik bekend wilde maken. Ik begon een zoektocht naar producentes met wie ik kon samenwerken. Zo ontdekte ik dat Burkina Faso hiervoor het land bij uitstek was, het is het grootste exportland van karité en levert heel hoge kwaliteit.”

“Vele avonden opzoekwerk en tientallen telefoontjes later was ik in Ouagadougou, de hoofdstad. Ik ging er langs bij een relatief groot bedrijf, met een nogal dominante directrice aan het hoofd. Dat was niet wat ik voor ogen had: de producentes aan de basis leefden nog altijd in armoede omdat er te veel opbrengst bleef plakken bij tussenpersonen.”

Coöperatie neemt vliegende start met eigen verwerkingscentrum

Uiteindelijk ontmoette Trui zo’n twaalf jaar geleden een Burkinese burgemeester die voordien in Brussel had gewoond. Ze trok met hem naar Boni, een dorp dat te ver ligt van de belangrijke steden om mee te profiteren van de economische activiteit daar. Zowel de vrouwen die er karitéboter maakten als de mannen van het dorp toonden meteen een sterke bereidheid om een samenwerking op te starten.

“Ik praatte met hen over de mogelijkheden die zij zagen. De dorpschef stelde al snel voor om in het centrum van het dorp een verwerkingscentrum voor kariténoten te bouwen. Met een subsidie van de Stad Gent kon mijn vzw dit financieren. Chéry Faso was vertrokken! Dankzij die 4000 euro hadden we een jaar later een klein gebouwtje en een pletmolen. En vooral: de vrouwen zelf waren helemaal ‘mee’, het project voelde echt als iets van hen.”

Terecht: niet veel later organiseerden de vrouwen zich in een officiële coöperatie. “Dat maakt hun organisatie duidelijk sterker. Je ziet in Burkina Faso veel ‘groupements de femmes’, maar als die niet goed georganiseerd zijn, vallen die vaak sneller uit elkaar. Dat zag de burgemeester ook in, dus hij ondersteunde de coöperatie. Voor mij was het heel fijn om ter plaatse ook iemand te hebben die op dat vlak de mogelijkheden kende.”

Groeipijnen en ongeletterdheid

De eerste jaren evolueerde Chéry Faso snel. Wel blijft het een uitdaging dat de meeste vrouwen van de coöperatie ongeschoold en vaak ook analfabeet zijn. “Ze werken enorm hard, ze zijn sterk en trots. Maar temidden van hun dagelijkse bekommernissen blijft er geen ruimte over om op lange termijn te denken. Hun eerste zorgen zijn een geslaagde oogst, voldoende water en veiligheid voor hun gezin. Daardoor zien ze zelf niet welke mogelijkheden er nog allemaal open liggen en wat die hen zouden kunnen opleveren. Er is in het dorp niemand met meer management skills om de coöperatie op dat vlak te trekken,” vertelt Trui.

Chéry Faso kreeg steeds meer bestellingen, maar de vrouwen van Boni konden geen extra karitéboter leveren. Dat kregen ze niet georganiseerd. Sindsdien heeft Trui met hen een vaste productiehoeveelheid afgesproken, die ze zeker kunnen halen. “Het is een kwestie van de verwachtingen van beide kanten op elkaar af te stemmen,” zegt ze.

Trui werkt goed samen met een tussenpersoon in Burkina Faso. Die regelt onder meer het ingewikkelde transport van Boni naar België. “Ik durf mijn hand voor hem in het vuur steken, maar de vrouwen daar vertrouwen hem niet honderd procent. Omdat hij een man is, tot een andere etnie behoort en een andere geloofsovertuiging heeft. Dat bemoeilijkt de samenwerking tussen hen, en ik kan daar maar beperkt in tussenkomen.”

Nood aan meer producenten

Omdat het niet lukte ‘haar’ coöperatie in Boni te laten groeien, ging Trui op zoek naar extra  partners. Andere coöperaties uit dezelfde regio die ook fair te werk gaan. Eén daarvan is groot genoeg om zich een fairtrade- en biolabel te veroorloven en wordt dus regelmatig door externe instanties gecontroleerd. De andere laat Trui zelf checken door ervaren mensen uit de streek.

“Eerst vond ik het jammer dat we niet meer vrouwen uit andere dorpen konden betrekken bij onze coöperatie. Maar door de samenwerking met andere coöperaties steunen we nu ook andere, nodige projecten. Dus de eindsom is positief.”

Direct trade met Burkina Faso: moeilijk, maar enorme impact

Naast de wereldwijde coronacrisis speelt ook de steeds onveiligere situatie in Burkina Faso Trui parten. Hoewel je er in de Belgische pers weinig over hoort, zorgt aanzwellend terroristisch geweld er voor steeds grotere risico’s.

“Rechtstreeks invoeren vanuit Burkina Faso lukt niet meer omdat er vanuit Brussel bijna niet meer op Ouagadougou gevlogen wordt. Onze karitéboter moet daardoor eerst dagenlang over land reizen naar de luchthaven in Ghana. Corona bezorgt ons bovendien allerlei extra administratie en kosten om de grens te mogen oversteken. Met de juiste contactpersonen ginder lukt dat nog net. Maar het wordt moeilijker, en ik kan hen niet vragen nóg grotere risico’s te nemen.”

Rechtstreekse impact

Trui moet voortdurend wikken en wegen: wat is nodig om Chéry Faso te laten draaien en wat is haalbaar voor haar partners in Afrika? Toch blijft ze erbij dat direct trade – de meest rechtstreekse vorm van eerlijke handel – dé te volgen weg is voor haar vzw.

“Direct trade betekent direct impact. In Boni is de impact van ons werk overduidelijk. Het gaat ‘maar’ om 36 vrouwen, dat lijkt weinig, maar voor die 36 families is het leven véél beter geworden. Dat komt omdat zij alles zelf in handen hebben: van de oogst tot de verkoop van gebruiksklare karitéboter. Zij bepalen trouwens zelf de prijs voor hun boter, ik onderhandel daar niet over.”

Om die impact te verzekeren, kiest Trui er met Chéry Faso bewust voor om een vzw te blijven. In het dagelijkse leven geeft ze les aan anderstalige volwassen bij Ligo, een centrum voor basiseducatie. “Doordat mijn inkomen niet van Chéry Faso afhangt, volstaat het als de verkoop break-even draait. Bovendien kan ik steunen op toegewijde vrijwilligers. Zij helpen me met het praktische werk en het vertellen van het verhaal.”

Pure karitéboter in elke stad

“Bij aankomst uit Burkina Faso laten we de karité analyseren door de gekwalificeerde chemicus van Aardend Werk. Ze blijkt telkens van zeer goede kwaliteit: een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren en vitamines A, E en F duidt op heel pure, ongeraffineerde karitéboter. De producentes hebben dan ook opleidingen gevolgd om grotere hoeveelheden te maken. Bovendien op een hygiënische manier die de bewaring van de boter ten goede komt,” vertelt Trui. Na controle wordt de pure karitéboter in een professioneel ingericht cosmeticalabo in kleinere potjes gedaan, soms gemengd met andere weldadige oliën of verwerkt tot verzorgende zeep.

Trui en haar vrijwilligers verkopen de Chéry Faso-producten via een webshop, op markten en beurzen. Maar ook steeds meer in winkels die zich richten op een duurzaam consumerend publiek. “Ik zoek naar enkele verdeelpunten in elke stad. En daar ben ik best selectief in. Ik bekijk de visie van de mensen achter de winkel, en de dynamiek en de uitstraling van de winkel zelf. Ik wil samenwerken met mensen die ik kan vertrouwen en die ons ook vertrouwen geven. Zo komen onze producten vooral in fairtradewinkels, verpakkingsarme winkels en in coöperatieve zaken terecht.”

Van doopsuiker tot workshops

Ondertussen blijft Chéry Faso groeien. En dat in verschillende richtingen: naast karitéboter biedt het merk ondertussen ook natuurlijke oliën aan, zoals baobab, woestijndadel, argan … Of wat dacht je van kleine potjes karitéboter als alternatief voor doopsuiker?

Bovendien geeft Trui in haar professionele labo workshops waar je zelf body butter leert maken en zette ze een makkelijke manier op om Afrikaanse mama’s en hun kinderen financieel te steunen.

Wederzijds respect en zelfstandig beheer

“Mijn uiteindelijke doel is over al die jaren nooit veranderd: ik wil iets wezenlijks betekenen voor die vrouwen in West-Afrika. Ze worden vaak onderschat, terwijl ze zo veel in hun mars hebben. De realiteit is er zo anders dan bij ons, wij kunnen vanuit onze bevoordeelde positie niet oordelen over hen. We kunnen alleen maar respect hebben.”

Dat wederzijdse respect is volgens Trui de sleutel voor het succes van Chéry Faso. En de reden waarom het relatief kleine project al meer dan een decennium lang goed draait. “In de eerste jaren had ik de neiging om het voortouw te nemen. De vrouwen van Boni volgden mij. Daar ben ik bewust mee gestopt. Ik heb geleerd mee te gaan in hun aanpak. Het is hún grondstof, hún traditie, hún product. We nemen elk onze verantwoordelijkheid in het geheel. Zij beheren hun organisatie en hun financiën op hun manier. En ik ben er trots op dat ze mij daar niet meer bij nodig hebben.”

Meer weten over de projecten en producten van Chéry Faso? Check de website!

Tekst: Griet Rebry
Foto’s: Trui Rachels
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.