TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Europese Unie wil strijd aanbinden tegen ingevoerde ontbossing

In de nacht van 6 december bereikte de Europese Unie een voorlopig akkoord: het verbod op de invoer van verschillende grondstoffen die geproduceerd worden op grond die na december 2020 is ontbost. Dat akkoord kwam er na meer dan 9 uur onderhandelen in trialoog (Parlement, Commissie en Raad).

De Commissie stelde aanvankelijk in november 2021 een eerste lijst voor van zes producten. In juni 2022 bevestigde de Raad deze lijst. De eerste zes grondstoffen waren cacao, koffie, palmolie, soja, hout en rundvlees, en hun afgeleide producten zoals leer, meubelen, papier en chocolade. Bij de laatste onderhandelingen voegde het Parlement ook rubber, houtskool, bedrukte papierproducten en enkele palmoliederivaten toe zoals shampoo en lippenstift. Maïs en biodiesel konden niet in de lijst worden opgenomen, maar worden misschien in de toekomst toegevoegd.

Milieuorganisaties juichen de tekst toe, hoewel ze ook wijzen op de vele zwakke punten ervan. “We hebben geschiedenis geschreven met deze eerste wereldwijde wet tegen ontbossing”, klinkt het bij Anke Schulmeister-Oldenhove, Senior Forest Policy Officer bij het Europese beleidsbureau van het WWF.1 “Dit is een belangrijke stap voorwaarts voor de bossen en voor de mensen die vechten om ze te beschermen”, aldus Philippe Verbelen, biodiversiteitsexpert bij Greenpeace België.2

Europa grotendeels verantwoordelijk

De nieuwe wetgeving is inderdaad meer dan welkom, want het probleem van de ontbossing is enorm. Volgens FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, ging tussen 1990 en 2020 420 miljoen hectare bos verloren door ontbossing. Dat is een gebied groter dan de Europese Unie.

Europa zelf is verantwoordelijk voor 16 % van de wereldwijde ontbossing door zijn invoer (waarvan soja en palmolie twee derde uitmaken). Volgens het WWF is Europa de tweede grootste vernietiger van tropische bossen na China, maar vóór India en de Verenigde Staten.

Bedrijven zullen due diligence moeten toepassen

De nieuwe verordening bepaalt dat importerende bedrijven verantwoordelijk zijn voor hun bevoorradingsketen en ‘due diligence’ moeten toepassen. Aan de hand van gegevens over geolocatie van de gewassen die kunnen worden gekoppeld aan satellietfoto’s moeten zij bewijzen dat de producten niet afkomstig zijn van ontboste of aangetaste grond.

De gegevens worden vervolgens ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteiten in de EU. Die zullen op hun beurt controles uitvoeren volgens het door de Commissie vastgestelde risiconiveau (hoog, standaard of laag), gekoppeld aan de landen waar de betrokken producten vandaan komen.

Inheemse volkeren grotendeels over het hoofd gezien

Importeurs zullen ook moeten “nagaan of de wetgeving rond de mensenrechten van het land van productie wordt nageleefd”. Maar als de nationale wetgeving niet voorziet in de bescherming van inheemse volkeren, worden zij niet beschermd door de Europese tekst. Die verwijst immers niet naar internationale verdragen hierrond.

Volgens Nicole Polsterer, Sustainable Consumption and Production Campaigner bij Fern, heeft de EU daarmee “de kans gemist om de wereld duidelijk te maken dat de rechten van de inheemse volkeren naleven dé oplossing is om de ontbossing een halt toe te roepen”. Deze mensen zijn immers regelmatig het doelwit van aanvallen tegen land- en milieuactivisten. De ngo betreurt ook dat de wetgeving niet voorziet dat slachtoffers schadevergoeding krijgen van bedrijven die de wet overtreden.3

Ruimere definitie van aantasting van bossen, maar wat met beboste gebieden?

Op verzoek van het Parlement bevat de tekst een ruimere definitie van de aantasting van bossen. Nu gaat het om alle bossen en niet alleen de primaire bossen. Het Europees Parlement had ook gevraagd het toepassingsgebied uit te breiden tot beboste gebieden, zoals de Cerrado-savanne in Brazilië. Dat is een ecosysteem met een rijke biodiversiteit, een gebied dat half zo groot is als de EU en waaruit een groot deel van de Europese soja-import afkomstig is. Maar de Raad heeft zich hier sterk tegen verzet. “Er bestaat dus een risico dat landbouwactiviteiten eenvoudigweg zullen verschuiven van bossen, die nu beschermd zijn, naar nog onbeschermde savannelandschappen, zoals nu al te zien is in de Zuid-Amerikaanse Cerrado-savanne,” waarschuwde Delara Burkhardt van de fractie van Socialisten en Democraten (S&D).4

Het bereikte akkoord bepaalt echter dat de Commissie zal nagaan of het toepassingsgebied van de richtlijn kan worden uitgebreid tot andere bosgebieden (uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding) en tot andere ecosystemen met een hoge koolstofopslag- en biodiversiteitswaarde, zoals veengebieden (twee jaar na de inwerkingtreding). 

Zijn de kleine producenten vergeten?

Om aan de wetgeving te voldoen, zullen de importeurs hogere eisen stellen aan de producenten, met name op het gebied van traceerbaarheid, scheiding van producten en het verzamelen van geolocatiegegevens. Wie zal de kosten van deze aanpassing betalen in een context waar kleinschalige koffie- en cacaoproducenten zelden een waardig inkomen ontvangen en waar de kosten van aanpassing aan de klimaatverandering aanzienlijk zijn? Het risico is groot dat de kosten worden afgewenteld op de laatste schakel in de waardeketen: de producenten.

Daarom moeten we manieren vinden om de producenten te steunen zodat ook zij zich aan de wetgeving kunnen aanpassen. Zo worden bepaalde perverse effecten voorkomen, zoals een verdere concentratie van de leveringsketens ten gunste van de grootste plantages die de middelen hebben, of de uitsluiting van leveranciers, producenten die minder goed zijn uitgerust en/of gevestigd in gebieden met een hoog risico.

Financiële sector weet wetgeving te omzeilen

Het Europees Parlement wilde dat de wet zou gelden voor Europese banken en financiële instellingen. Deze bepaling is echter niet opgenomen in de definitieve overeenkomst. Banken kunnen dus blijven investeren in projecten die ontbossing veroorzaken. Het wetsvoorstel zal echter over twee jaar worden herzien.

De ngo Global Witness betreurt dat uitstel. Uit hun rapport van 2021 blijkt immers dat in de EU gevestigde financiële instellingen tussen 2016 en 2020 meer dan 30 miljard euro hebben toegekend aan 20 agro-industrieën die worden beschuldigd van ontbossing.5

Sancties

Bedrijven die de verordening niet naleven, krijgen boetes opgelegd die kunnen oplopen tot 4 % van hun jaarlijkse omzet in de EU. Zij zullen ook tijdelijk worden uitgesloten van overheidsopdrachten en financiering. 

En nu?

Naar verwachting zullen het Europees Parlement en de Raad van de EU begin 2023 de nieuwe verordening aannemen. Twintig dagen na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie zal de wetgeving effectief in werking treden. Bedrijven krijgen dan een overgangsperiode van 18 maanden (24 maanden voor micro- en kleine bedrijven) om aan de nieuwe regels te voldoen. Vanaf 2025 zullen de bedrijven dus aan de eisen van de wet moeten voldoen.

Samuel Poos
Coördinator van het Trade for Development Centre, Enabel

Deze tekst is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de auteur en is bedoeld als bijdrage aan het debat. De tekst vertegenwoordigt niet de mening van Enabel of van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Bronnen:

1. Kira Taylor, La déforestation n’a plus sa place dans les chaînes d’approvisionnement de l’UE, 6 december 2022
2. Sarah Jacobs, Kettingzagen vallen stil: EU stemt in met bossenwet, 6 december 2022
3. Fern, EU law on deforestation: Policy makers prioritise trees over people, 6 December 2022
4. Kira Taylor, Op. Cit.
5. Global Witness, Deforestation dividend, How global banks profit from rainforest destruction and human rights abuses, 2021
Foto’s

– Deforestation, My little tree
– Damage caused by deforestation, Mighty Earth
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.