TDC is een programma van Enabel, het Belgisch Ontwikkelingsagentschap.

Formation pratique sur l'agroécologie

Een terugblik op de eerste regionale Dag van de Fair Trade in Ivoorkust 

In Afrika ondersteunt het Trade for Development Centre van Enabel verschillende campagnes om een ethische en natuurvriendelijke handel te promoten en te bepleiten. Dit is het geval in Ivoorkust, waar het TDC na zijn deelname aan verschillende nationale dagen van de fair trade nu ook regionale dagen ondersteunt om dit soort handel te promoten. Op 11 september 2024 vond de eerste van deze dagen plaats in San-Pédro. Een interview met Fortin Bley, voorzitter van RICE (Réseau Ivoirien du Commerce Equitable), dat het evenement organiseerde, en zijn coördinator Marie-Thérèse Tchi Tanoh over de resultaten van dit evenement en het laatste nieuws van RICE. 

Laten we beginnen met een korte voorstelling. Vertel eerst wat over jullie achtergrond. 

Fortin Bley. Wel, toen ik mijn ouders op de plantage begon te vervangen, hoorde ik op de Ivoriaanse televisie dat de coöperatie Kavo Kiva de eerste Fairtrade-gecertificeerde coöperatie in Ivoorkust was. Ik zag reportages over wat de coöperatie had bereikt zoals het bouwen van scholen en het helpen van producenten van lendendoeken. Ik was geboeid door dit onderwerp. Ik vroeg me af hoe je een Fairtrade-certificering kunt krijgen. Daarom nam ik contact op met een aantal mensen die er al bij betrokken waren. We volgden hun instructies op en in 2012 werd mijn coöperatie CANN gecertificeerd.

Marie-Thérèse Tanoh. Ik heb een master in landbouweconomie. Sinds april 2023 ben ik coördinator van het Réseau Ivoirien du Commerce Equitable (RICE). Daarvoor was ik projectmanager. Wat mij motiveerde om bij RICE te gaan werken, was de mogelijkheid om bij te dragen aan een positieve verandering van de levensomstandigheden van producenten. Voor mij is fair trade een model van eerlijke en duurzame ontwikkeling. RICE zet zich in voor sociale rechtvaardigheid, milieubescherming en betere arbeidsomstandigheden voor de producenten.

Kun je een korte presentatie geven van RICE, de doelstellingen en het aantal leden? 

Fortin Bley. RICE werd in 2009 opgericht vanuit de behoefte om de capaciteiten van producenten te versterken op gebieden die in Ivoorkust niet onder de Fairtradenormen vallen, zoals spaargeld en inkomensbeheer. 

Marie-Thérèse Tanoh. RICE is de vereniging van Fairtrade-gecertificeerde producentenorganisaties in Ivoorkust. Het netwerk  werd opgericht in 2009 op initiatief van 9 coöperaties en telt momenteel 80 aangesloten producentenorganisaties die ongeveer 70.000 producenten vertegenwoordigen in verschillende landbouwsectoren, waaronder cacao, koffie, cashewnoten, bananen, mango’s en honing. 

RICE heeft drie belangrijke doelstellingen. De eerste is het vertegenwoordigen en verdedigen van de belangen van haar leden bij nationale en internationale instanties. De tweede is de capaciteit van producenten en coöperaties versterken om hen in staat te stellen hun activiteiten beter te beheren, met name via opleiding, contacten met andere partners en het organiseren van handelsreizen om hun commerciële capaciteit op te bouwen. En tot slot de promotie van  eerlijke handel door het publiek en belanghebbenden in de verschillende landbouwsectoren bewust te maken van de voordelen van dit soort handel, met name in Ivoorkust. 

Als je het hebt over ‘fair trade gecertificeerde organisaties’, bedoel je dan de officiële Fairtradecertificering? 

Fortin Bley. RICE is ontstaan uit Fairtradegecertificeerde coöperaties. Gaandeweg hebben we alle fair trade certificeerders geïntegreerd, zoals ECOCERT (Fair for Life-certificering), WFTO (World Fair Trade Organisation) en het SPP Label (symbool van kleine producenten). Aanvankelijk hadden de coöperaties die lid waren van RICE het Fairtradelabel. Met de intrede van andere fairtradelabels in Ivoorkust besloot RICE zijn portfolio uit te breiden tot alle fairtradelabels. 

Wat zijn de belangrijkste activiteiten van het netwerk? 

Fortin Bley. We behartigen de belangen van onze leden en bouwen aan de capaciteit van producenten. In het licht van de EU-verordening inzake ontbossingsvrije producten (EUDR) en de Afrikaanse standaard voor duurzame cacao (ARS-1000) willen we coöperaties en producenten bewustmaken van het belang van deze twee normsystemen en de veranderingen die ze meebrengen in hun manier van werken.. Iedereen heeft er al over gehoord, maar slechts weinigen zijn zich echt bewust van de inhoud en implicaties ervan. 

Met welk doel organiseren jullie de regionale Fair Trade Dagen? 

Marie-Thérèse Tanoh. De Fair Trade Dagen zijn opgezet door RICE om degenen die betrokken zijn bij de landbouwsector en het grote publiek bewust te maken van de principes, voordelen en impact van fair trade in Ivoorkust. Door dit evenement te decentraliseren en verspreid op te zetten in het hele land willen we nauwere banden smeden met coöperaties en producenten om eerlijkere handelspraktijken te bevorderen. We moedigen producenten en hun coöperaties ook aan om goed gebruik te maken van ontwikkelingspremies om ervoor te zorgen dat fair trade een significante impact heeft in Ivoorkust. 

Wat stond er op de eerste regionale dag in San-Pédro allemaal op het programma? 

Marie-Thérèse Tanoh. Het begon met verwelkomingstoespraken en een voorstelling van de principes en de impact van fair trade. Daarna organiseerden we twee panels: een over de traceerbaarheid van landbouwproducten, met bijzondere aandacht voor de EU-verordening ter bestrijding van ontbossing (EUDR), en een over duurzame landbouwpraktijken. Tot slot was er een rondetafelgesprek over landbouwfinanciering. De dag werd afgesloten met een informele lunch waarbij de deelnemers de gelegenheid kregen om te netwerken en ideeën uit te wisselen. 

Was het evenement zo succesvol als verwacht qua aantal deelnemers en de dynamiek van de discussies? 

Fortin Bley. Het was zeker een succes. We hadden gerekend op 100 producenten en dat aantal hebben we gehaald. En ook de autoriteiten van de stad San-Pédro waren er. Het is belangrijk dat de autoriteiten in gesprek gaan met producenten zodat ze hun situatie begrijpen en actie kunnen ondernemen. 

Marie-Thérèse Tanoh. We mochten inderdaad rekenen op de aanwezigheid van een aantal belangrijke spelers waaronder producentenorganisaties, vertegenwoordigers van de privésector, ngo’s, onderzoekers en lokale autoriteiten. Zo was er bijvoorbeeld een docent-onderzoeker van de Universiteit van San-Pédro, gespecialiseerd in plantenziektekunde, die zijn ervaring deelde op het gebied van goede praktijken in de cacaoteelt, in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van biologische producten (meststoffen en pesticides). 

Er waren productieve en dynamische gesprekken en ik zag gemotiveerde deelnemers met de wil om de principes van fair trade te begrijpen, nieuwe vereisten te bespreken op het vlak van traceerbaarheid en landbouwfinanciering en om ervaringen uit te wisselen over duurzame landbouwpraktijken. 

Wat heeft het de deelnemers en de aanwezige producenten opgeleverd? 

Marie-Thérèse Tanoh. De deelnemers kregen een beter inzicht in de voordelen van fair trade, vooral op vlak  van een hoger inkomen, verantwoorde landbouwpraktijken en de institutionele versterking van hun organisaties. Aan de hand van de ervaringen van een exporteur (GBC), een coöperatie (CADESA COOPCA) en het Fairtradelabel kwamen ze ook meer te weten over hun traceerbaarheidssysteem voor de cacaoproductie. CADESA heeft zijn eigen traceerbaarheidssysteem opgezet met eigen financiële middelen, naast de instrumenten die door de exporteurs worden geleverd. De coöperatie zorgt ervoor dat de producent een kopie bewaart van alle informatie die op zijn veld wordt verzameld. Het was belangrijk om dit uit te leggen aan de andere producenten, om ze te laten zien dat je kunt slagen als je je ervoor inzet. Tot slot kregen de telers nuttige informatie over het gebruik van bio-inputs voor milieuvriendelijke productie. 

De dag was gewijd aan de EUDR en ARS-1000. Welke problemen en uitdagingen brengen deze voorschriften en normen met zich mee voor de producenten? Zijn de EUDR en ARS-1000 compatibel en complementair? 

Marie-Thérèse Tanoh. De EUDR en ARS-1000 hebben een gemeenschappelijk doel: gebruikmaken van de traceerbaarheid van producten om ontbossing te verminderen en te beëindigen. De uitdaging voor producenten is om aan deze nieuwe eisen te voldoen en tegelijkertijd een waardig inkomen te blijven verdienen. Coöperaties zullen te maken krijgen met investeringskosten en terugkerende beheerskosten om te voldoen aan vereisten zoals geolocatie, interne informatiebeheersystemen, fysieke scheiding van batches en de wettelijkheid van de productie. De EUDR en ARS-1000 vullen elkaar aan wat betreft de traceerbaarheid van de cacaoproductie. 

Fortin Bley. Er verandert niet zo heel veel. Alles wat gevraagd wordt op het gebied van traceerbaarheid, herbebossing, milieubescherming en ontbossing gebeurt nu al op het terrein. Dit dankzij financiering en exporteurs die de richtlijnen van de Conseil Café Cacao (CCC) volgen en tools beschikbaar stellen aan coöperaties. Maar het probleem is dat de gegevens die de exporteurs verzamelen niet worden gedeeld met de coöperaties en de producenten. Coöperaties moeten het hele proces opnieuw doorlopen als ze aan een andere exporteur willen verkopen. 

Wat zijn de voordelen van ARS-1000? 

Fortin Bley. Naar mijn mening is het grootste voordeel de professionalisering, omdat ARS-1000 werk maakt van de problemen op het gebied van governance, die talrijk zijn binnen coöperaties in Ivoorkust. 

Marie-Thérèse Tanoh. De ARS-1000-norm heeft als doel de cacaoproductie in Afrika te harmoniseren en de internationale handel te verbeteren. Een van de belangrijkste voordelen van de norm is dat hij Afrikaanse producenten een gestandaardiseerd kader biedt om verantwoorde praktijken toe te passen en tegelijkertijd concurrentieel te blijven op internationale markten. 

Certificeerders, grote inkopers, andere privéspelers en de overheid voeren allemaal hun eigen traceerbaarheidssystemen in. Zijn deze traceerbaarheidssystemen compatibel met elkaar? Wat betekent dit voor de coöperaties? Welke uitdagingen brengt dit met zich mee? 

Marie-Thérèse Tanoh. Hoewel deze traceerbaarheidssystemen gemeenschappelijke doelstellingen nastreven, zijn ze niet altijd volledig compatibel. Dit kan verwarrend zijn voor de coöperaties die verschillende tools en platforms moeten beheren om aan de eisen van de verschillende spelers te voldoen. De grootste uitdaging voor coöperaties is om met deze verschillende systemen om te gaan en tegelijkertijd de controle over de data van hun leden te behouden. Wat de producenten betreft, zij zijn vaak mede-eigenaar van de data, met name van de perceelkaarten, maar dit hangt af van het systeem van elke speler. 

Fortin Bley. Het is wel zo dat de systemen punten van overeenkomst hebben wat betreft het verzamelen van de nodige informatie van producenten en coöperaties. Dat is telkens min of meer hetzelfde. Maar het kan leiden tot verwarring bij de coöperaties die een dubbele inspanning moeten leveren. Ten eerste om de commerciële partner tevreden te stellen en ten tweede om aan het nationale traceerbaarheidssysteem Sydoré te voldoen. Daarom zouden we willen dat dit nationale systeem en deze verschillende traceerbaarheidssystemen worden geharmoniseerd. 

Is het door de Ivoriaanse regering ingevoerde traceerbaarheidssysteem uitgerold in alle cacaoproducerende gebieden? Zijn alle percelen van producenten in kaart gebracht? Hebben alle producenten een producentenkaart? 

Marie-Thérèse Tanoh. Het traceerbaarheidssysteem van de Ivoriaanse overheid boekt vooruitgang maar is nog niet volledig ingevoerd in alle cacaoproducerende gebieden. Het in kaart brengen van percelen is aan de gang maar er zijn nog steeds gebieden waar niet alle percelen zijn geregistreerd. En hoewel veel producenten hun producentenkaart al hebben, wachten sommigen nog steeds op dit essentiële document voor de traceerbaarheid en regulering van de sector. 

Fortin Bley. Ik denk dat zo’n 90% van de percelen in kaart is gebracht. Het registratieproces wordt voortgezet via de regionale delegaties van de CCC maar veel cacaoboeren hebben nog steeds geen producentenkaart ontvangen. Voor mij is dat nog een belangrijke uitdaging. Hoewel de coöperaties niet betrokken waren bij het proces vraagt de CCC hen nu om in kaart te brengen welke producenten nog geen kaart hebben ontvangen. 

Voor wanneer en waar is de volgende regionale dag gepland? Zal het programma hetzelfde zijn als in San-Pédro? 

Marie-Thérèse Tanoh. De volgende regionale dag vindt begin volgend jaar plaats in de stad Daloa. Het programma zal vergelijkbaar zijn met dat in San-Pédro met panels die zich richten op traceerbaarheid, duurzame landbouwpraktijken en financieringsmechanismen. 

Wat zijn RICE’s doelen voor eind dit jaar en volgend jaar, met name op het gebied van belangenbehartiging? 

Marie-Thérèse Tanoh. Onze doelstellingen zijn onder meer een sterkere belangenbehartiging en betere ondersteuning voor de coöperaties om hen te helpen aan de nieuwe regelgeving te voldoen en we willen ook verder ijveren voor institutionele steun voor eerlijke handel in Ivoorkust. Daarnaast willen we de capaciteit van producentenorganisaties verder opbouwen en hun toegang tot internationale markten verbeteren. 

Wordt er steeds meer naar RICE geluisterd door de Ivoriaanse autoriteiten en de CCC? 

Marie-Thérèse Tanoh. Ja, er wordt steeds meer naar RICE geluisterd door de Ivoriaanse autoriteiten, waaronder de Conseil du Café-Cacao (CCC). We worden uitgenodigd voor debatten over de duurzaamheid van cacao en onze aanbevelingen zijn bekend bij de autoriteiten. 

Fortin Bley. De begindagen waren erg moeilijk. Het duurde jaren voor onze activiteiten  echt van de grond kwamen vanwege gebrek aan steun. Maar de afgelopen drie of vier jaar is alles in de juiste plooi gevallen en hebben we onze visie en missie kunnen uitdragen. 

Interview door Samuel Poos, projectmanager van het Trade for Development Centre van Enabel 

Foto’s: 

  • Fortin Bley, voorzitter van RICE, © RICE 
  •  Marie-Thérèse Tanoh, coördinator van RICE, © RICE 
  • Praktische training in agro-ecologie, © RICE 
 
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
Print

Deze website gebruikt cookies om uw gebruikerservaring zo aangenaam mogelijk te maken.