Zo’n 5 jaar geleden besloot de befaamde Belgische chocolatier Galler om voor eerlijke handel te kiezen en alleen nog maar fairtradecacao te kopen. Een grote verandering, die deel uitmaakt van een bredere, diepgaande transformatie van het bedrijfsmodel.
De Luikse chocoladefabriek werd in 1976 opgericht door Jean Galler en groeide in de loop der jaren uit tot een belangrijke leverancier aan supermarkten in de Benelux en een volwaardige speler in de retailsector, met een keten van een vijftiental winkels. Bijna een halve eeuw later heeft het bedrijf de radicale beslissing genomen om het roer om te gooien.
“Tot 2019 was Galler een familiebedrijf en ook toen al streefde het ernaar om de mens centraal te stellen, maar het bleef een traditioneel bedrijf dat gericht was op winst”, legt Salvatore Iannello uit, sinds 5 jaar CEO van het bedrijf. “In 2020 vonden we onze raison d’être als bedrijf, gebaseerd op het 4P-model: People, Planet, Profit & Purpose. Het is allemaal begonnen vanuit een besef”, zegt hij. “Het besef dat als we voor het voortbestaan van de mensheid op deze planeet willen zorgen, we onze manier van zakendoen moeten veranderen. We zijn er sterk van overtuigd dat er geen rechtvaardigheid voor de planeet kan zijn zonder sociale rechtvaardigheid. Vandaar onze raison d’être: binnen de chocoladesector een ondernemingsaanpak belichamen die gebaseerd is op het verzoenen van belangen in plaats van op het consolideren van machtsposities, om een eerlijke en duurzame wereld op te bouwen. Voor ons is de aandeelhouder een van de stakeholders die we moeten respecteren net als de consument, het ecosysteem, onze werknemers, onze leveranciers enzovoort.”
Fairtrade, maar toegankelijk
“Toen we besloten van koers te veranderen was dat voor een groot deel ingegeven door het streven om eerlijkheid weer centraal te stellen in onze toeleveringsketen”, zegt Laura Lespagnard, coördinator ethiek en duurzaamheid bij het bedrijf. Dus het eerste wat we deden was gaan voor de Fairtradecertificering. Na analyse van de situatie besloten we dat dit het meest geschikte label was dat de grootste impact zou hebben op producenten, zowel sociaal als ecologisch.
Salvatore Iannello benadrukt echter dat er geen sprake van is dat de Galler-repen alleen nog toegankelijk zijn voor een handjevol consumenten. “Fairtrade was jarenlang voorbehouden voor een minderheid van rijke mensen. Het slaagde er in ieder geval niet in om wijdverspreid te raken. Van echt bewustzijn was er geen sprake op de markt en dit was niet de manier om dingen te veranderen. Waarom? Vooral omdat de extra euro die dankzij eerlijke handel aan de cacaoboer wordt betaald aan het einde van de keten wordt omgezet in 10 euro voor de consument, gewoon omdat we in een wereld leven waar iedereen marges neemt. Daarom hebben we bij Galler het concept van ‘een euro voor een euro’ geïntroduceerd: als ik de cacaoboer een euro extra betaal, stemmen alle spelers in de keten ermee in om die euro over te dragen, zodat de consument uiteindelijk maar één euro meer betaalt.”
Een koekje van ons deeg
“Naast het Fairtrade-aspect vonden we het ook heel belangrijk om actie te ondernemen op het terrein”, vervolgt Laura Lespagnard. “Daarom zijn we een langdurig samenwerkingsverband aangegaan met de Ivoriaanse coöperatie Yeyasso. Op commercieel niveau heeft Galler toegezegd elk jaar ongeveer 1000 ton cacaobonen van Yeyasso te kopen, maar onrechtstreeks. In de praktijk betekent dit dat de Luikse chocolatier met zijn leverancier, de Zwitserse gigant Barry Callebaut, is overeengekomen dat Callebaut de afgesproken hoeveelheid bonen van Yeyasso koopt en de overeenkomstige massa cacao levert aan Galler”.
“Tegenwoordig zijn er twee filosofieën in de toeleveringsketen: ofwel traceerbaarheid ofwel massabalans”, legt Salvatore Iannello uit. “We wilden niet alleen de koek hebben maar er ook van eten: we zorgen dat de coöperatie waar voor haar geld krijgt en daar betalen we meer voor, maar we passen geen 100 % traceerbaarheid toe op de bonen, wat ons nog meer zou kosten. Bovendien zouden de extra euro’s sowieso niet bij de cacaoboeren terecht komen, maar bij de tussenhandelaren.”
“De samenwerking met Yeyasso gaat verder dan alleen de handel. Sinds 2020 hebben we in Ivoorkust een reeks projecten opgezet in samenwerking met de coöperatie, die dagelijks toezicht houdt op het terrein, en met verschillende Belgische organisaties zoals universiteiten, de Koning Boudewijnstichting, Fairtrade Belgium en Enabel”, legt Laura Lespagnard uit. Ze voegt eraan toe dat er elk jaar 150.000 euro wordt geïnvesteerd via de Fairtrade premium. “Die projecten richten zich op bosbouw, biologische landbouw, het verbeteren van de kwaliteit van de bonen, het diversifiëren van het inkomen van cacaoboeren enzovoort, met twee doelen: het inkomen van de producenten verhogen en een positieve milieu-impact hebben.”
Salvatore Iannello voegt eraan toe: “De inkomensverhouding is voor cacaoboeren anders dan bij ons. Gemiddeld vertegenwoordigt cacao slechts ongeveer 45 % van hun totale financiële inkomen. Daarom is het belangrijk hen te helpen om gewassen te ontwikkelen en op lokale markten te verkopen, als we een significante impact willen hebben op hun levensstandaard. We hebben bijvoorbeeld geïnvesteerd in machines om maniokbloem te produceren, gemotoriseerde driewielers voor goederentransport enzovoort.”
Paradigmaverschuiving
Een ander initiatief dat Galler steunt en dat door de Ivoriaanse partner wordt geïmplementeerd, is het bijhouden van ‘farm books’, een hulpmiddel dat is ontwikkeld door Fairtrade Africa. “Het idee is om het inkomen van de cacaoboeren van jaar tot jaar te volgen, zodat we onder andere de impact van diversificatie kunnen observeren en meten”, legt Laura Lespagnard uit. “Aan het einde van de campagne 2022-2023 blijkt uit de verzamelde gegevens dat van de 1.314 Galler-producentengezinnen er 1.110 boven de extreme armoedegrens zitten, d.w.z. ongeveer 95 %. Het percentage gezinnen dat boven het bestaansminimum zit, bedraagt nu 28 %, tegenover 21 % tijdens de vorige campagne. Dit betekent dat we beter in staat zijn om de factoren te identificeren die ervoor zorgen dat ze deze drempels overschrijden, zoals een relatief klein huishouden zijn, een groot landbouwgebied hebben, zich dicht bij een stedelijk centrum bevinden, minder afhankelijk zijn van cacao alleen enzovoort. Al deze informatie helpt ons om betere projecten te ontwikkelen.
De afgelopen maanden zorgde de plotselinge stijging van de grondstoffenprijzen echter voor een nog grotere impact op het inkomen van cacaoboeren. We hebben net een echte paradigmaverschuiving gezien, en dat is een heel goede zaak”, zegt een tevreden Salvatore Iannello. Toen de cacaoboeren beseften dat de prijzen explodeerden, oefenden ze druk uit op de Ivoriaanse regering, wat leidde tot een verhoging van de ‘on-farm’-prijs met 50 %. Die stijging is nu groter dan hun gemiddelde inkomen, hoewel het positieve effect gedeeltelijk wordt tenietgedaan door de daling van de productiviteit, zodat de boeren weliswaar meer geld per kilo verdienen, maar minder cacao hebben om te verkopen. Hoe dan ook was de prijs van cacaobonen te laag en was er niet genoeg toegevoegde waarde voor de boeren om winst te maken. Nu evolueert de markt geleidelijk naar een eerlijke prijs.
Speculanten en consumenten-actoren
Maar niet alles in de sector is perfect, of zelfs verre van dat. Het belangrijkste element van een 4P-model is de afweging tussen de P’s, waarbij we erkennen dat een bedrijf dat geen geld verdient ten onder gaat.” Er moet een evenwicht zijn”, zegt de CEO van Galler. “De verhoging van de bonenprijs” is gevaarlijk omdat er perverse hefboomeffecten verbonden zijn aan het neoliberale systeem. Onze visie op de voorbije ontwikkelingen is als volgt: een derde van de inflatie is structureel, een derde is het gevolg van de effecten van klimaatverandering en een derde komt door speculatie. Dat laatste is echt een schande, want het draait allemaal om geld verdienen ten koste van de cacaoboeren en van mensen zoals wij die werken. Dat zorgt voor een gevaarlijke bottleneck in het systeem. Als we vandaag niets ondernemen en alles blijft zoals het is, zal de impact van de stijgende prijzen op onze resultaten voor 2025 oplopen tot ongeveer 3,6 miljoen euro. Dit is onhoudbaar. We moeten ons dus aanpassen om ervoor te zorgen dat onze P van ‘profit’ (winst) de P van ‘people’ en de P van ‘planet’ kan blijven financieren.
Als het alleen maar bij die paradigmaverschuiving bleef, zouden we de schok zonder al te veel problemen kunnen opvangen. Een tweede probleem dat de CEO van Galler betreurt, is het feit dat de cacaomarkt nog steeds wordt afgeschermd door Afrikaanse overheden en een paar grote spelers in de sector. “We hebben geprobeerd om binnen te breken in de aanvoerketen en onze eigen exportvergunning te krijgen, maar dat bleek een onmogelijke zaak”, zegt hij. “We zouden het natuurlijk ook elders in de wereld kunnen proberen, maar als je weet dat 65 tot 70 % van het wereldaanbod geconcentreerd is in Ivoorkust en Ghana, dan kun je zonder impact in deze twee landen ook wereldwijd niets in beweging brengen. Als we de mondiale cacaohandel willen verbeteren, moeten we een impact hebben in Afrika. Ik hoop echter dat de globalisering en transparante informatie de cacaoboeren uiteindelijk in staat zullen stellen om de waarde van hun business op de markt te zien, en dat ze zoveel druk op hun regeringen zullen uitoefenen dat er eindelijk iets zal veranderen, met de hulp van ngo’s en chocolatiers zoals wij.”
Ondanks alles gelooft Salvatore Iannello dat één schakel in de keten nog altijd het laatste woord heeft: de consument. “De consumenten moeten actieve spelers worden”, zegt hij. “Want ook al is het onrecht in onze industrie terug te leiden tot de fysieke stroom, d.w.z. de cacaoboon, de oplossing kan alleen komen via de financiële stroom. En aan het einde van deze financiële stroom staat de consument. Als we erin slagen om actieve spelers te maken van de consumenten, kunnen ze de wereld veranderen. Maar daarvoor moeten ze zich bewust worden van het probleem. Daarom is er nog veel werk op het vlak van communicatie, en dat is onze verantwoordelijkheid als chocolademakers. Het probleem is dat te veel mensen nog vastzitten in het oude paradigma. Ze hebben het over transitie, maar als het erop aankomt, vervallen ze in een puur economische redenering, zonder enige andere overweging …”