Fair trade heeft zich de afgelopen veertig jaar ontpopt tot een krachtig ontwikkelingsmodel, gebouwd rond een kop koffie uit Latijns-Amerika en een reep chocolade van Afrikaanse cacao. Op die manier bestrijden we al consumerend de ongelijkheid tussen Noord en Zuid. Maar zijn boeren van bij ons niet even grote slachtoffers van het heersende landbouwmodel? Heeft een Griekse boer niet evenveel recht op een eerlijke prijs voor zijn product? Vragen die al langer leven in de Europese fairtradebeweging, maar de afgelopen jaren tot steeds meer concrete initiatieven hebben geleid.
Category: Artikels (nl)
Weinig teelten zijn zo arbeids- en tijdsintensief als vanille, na saffraan de duurste specerij ter wereld. Toch levert dit de boeren in Madagaskar en elders weinig meer op dan bittere armoede. De keten is complex en de concurrentie van synthetische vanille is moordend. Gelukkig zijn er ook vanilleproducenten die hoopvol naar de toekomst kijken, dankzij fair trade.
De tijd dat de productie van bio en fair trade een zaak was van boeren in het arme Zuiden en de consumptie een zaak van rijke Noorderlingen ligt al even achter ons. In een aantal landen in het Zuiden groeit een middenklasse die openstaat voor duurzame aankopen. Op verkenning bij de startende Afrikaanse bio- en fairtrademarkt.
Consumenten associëren eerlijke handel met producten van ‘kleine boeren’, verenigd in coöperaties. Helemaal juist is dat beeld niet, want reeds in 1994 werd de eerste grootschalige theeplantage fairtradegecertificeerd. Twintig jaar later kleeft er een eerlijk keurmerk op bananen, thee, bloemen en wijn afkomstig van grote landbouwbedrijven, maar leeft de vraag of dit de juiste aanpak is volop. Centraal in de discussie staat het begrip living wage, een eerlijk, ‘leefbaar’ loon voor (seizoens)arbeiders.
Betere markttoegang voor producenten : de rode draad doorheen vier projecten van het Trade for Development Centre. Wat hebben Palestijnse coöperaties, Peruviaanse houtkappers, Boliviaanse bioboeren en Congolese koffieboeren gemeen? Dat zij een uitweg zoeken uit armoede en conflicten door hun organisaties te versterken, de kwaliteit van hun producten te verbeteren en er een markt voor te zoeken. Om die droom waar te maken krijgen ze alle vier een flinke duw in de rug van het Trade for Development Centre.
Quinoa ontdekken
De VN heeft 2013 uitgeroepen tot Internationaal Jaar van Quinoa. Deze pseudograansoort heeft een uitzonderlijke voedingswaarde en is bestand tegen moeilijke omgevingsfactoren, aangezien het groeit in de dorre hoogvlakten van Bolivia en Peru. Quinoa kan daardoor een heel belangrijke rol spelen in het bestrijden van de wereldwijde voedselproblematiek.
Katoen is wereldwijd een van de meest verbouwde gewassen. De katoensector kent een hele instabiele koers. Dit is vooral nefast voor de Afrikaanse productielanden, waar katoen vaak de enige bron van inkomsten is voor miljoenen boeren en arbeiders. Bovendien kent de katoensector serieuze milieu- en gezondheidsrisico’s. Om zich tegen hiertegen te wapenen, moeten de Afrikaanse katoentelers op zoek naar geloofwaardige alternatieven, zoals fairtrade- en/of biologisch katoen.
Wereldwijd stijgt de vraag naar hout en houtproducten. 20 tot 40% van het hout dat vandaag geïmporteerd wordt in Europa zou afkomstig zijn van illegale houtkap.
De Europese Unie wil deze wanpraktijken aan banden leggen en keurde in 2010 een verordening goed die de import van illegaal gekapt hout verbiedt.
De EU-houtverordening gaat van kracht op 3 maart 2013. In dit artikel nemen we de houtverordening onder de loep en peilen we naar de reacties van FSC en PFC, de twee bekendse labels voor duurzaam houtbeheer in België.
Gsm, smartphone, PC, laptop of tablet: weinig mensen kunnen nog zonder. Maar wie staat er ook eens stil bij de werkelijke kost van een gesprek of een mail? Of bij de grondstoffen, de arbeidsomstandigheden en de ecologische impact van moderne elektronica? Tijd voor een overzicht van problemen, consumentenacties en (toekomstige) alternatieven.
Tara, de “boomende” boom
Eeuwenlang al staat de doornige tara door weer en wind zijn mannetje op de Peruaanse hoogvlakten.
Reeds in het pre-Incatijdperk werden de zaden gebruikt voor het kleuren van textiel, het looien van leder of het maken van medicijnen. De laatste jaren is de boom echter aan een geweldige ‘boom’ bezig, dankzij de groeiende vraag naar natuurlijke ingrediënten en hulpstoffen in de verwerkingsindustrie. Een aantal boerenorganisaties in Peru pikken daar een aardig graantje van mee.